1a - W podróży...

0 21 Datenblatt rafaelp

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Która jest godzina? Lernen beginnen		Hoe laat is het?
Jest godzina trzecia. Lernen beginnen		Het is drie uur.
Kiedy pani/pan przyjdzie? Lernen beginnen		Wanneer komt u?
Przyjdę o godzinie czwartej. Lernen beginnen		Ik kom om vier uur.
Przyjdę w poniedziałek. Lernen beginnen		Ik kom maandag.
wtorek Lernen beginnen		dinsdag
czwartek Lernen beginnen		donderdag
piątek Lernen beginnen		vrijdag
sobota Lernen beginnen		zaterdag
niedziela Lernen beginnen		zondag
Przyjdę w styczniu Lernen beginnen		Ik kom in januari
luty Lernen beginnen		februari
marzec Lernen beginnen		maart
kwiecień Lernen beginnen		april
maj Lernen beginnen		mei
czerwiec Lernen beginnen		juni
lipiec Lernen beginnen		juli
sierpień Lernen beginnen		augustus
wrzesień Lernen beginnen		september
listopad Lernen beginnen		november
grudzień Lernen beginnen		december

niderlandzki