2 Niderlandzki Lingua Com

 0    39 Datenblatt    karoltabaka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Nasz dom posiada cztery pokoje oraz obszerne poddasze.
Lernen beginnen
Ons huis heeft vier kamers en ook nog een ruime zolder.
Salon jest całkowicie na dole i ma piękny parkiet.
Lernen beginnen
De woonkamer is helemaal beneden en er ligt een mooie parketvloer in.
Nasza kuchnia jest mała, ale dla nas wystarczająco duża.
Lernen beginnen
Onze keuken is klein maar voor ons groot genoeg.
Moja najstarsza córka Katja śpi na strychu. Ładnie urządziła pokój na poddaszu. Jest łóżko i szafa z ubraniami.
Lernen beginnen
Op zolder slaapt mijn oudste dochter Katja. Ze heeft de zolderkamer mooi ingericht. Er staat een bed en een kast met kleren.
Na ścianie wiszą wesołe obrazy kotów i zdjęcia rodziny. Na łóżku poduszki i koc z czerwonej wełny.
Lernen beginnen
Aan de muur hangen vrolijke schilderijen van katten en foto's van familie. Op het bed liggen kussens en een rode deken van wol.
Posiadamy również mały ogródek. W lecie są kwiaty i jest drzewo.
Lernen beginnen
We hebben ook een kleine tuin. In de zomer bloeien er bloemen en er staat een boom.
Drzewo zapewnia cień, gdy jest ciepło. Nasz kot lubi siedzieć na drzewie. Cieszymy się z naszego nowego domu.
Lernen beginnen
De boom geeft schaduw als het warm is. Onze kat zit graag in de boom. We zijn blij met ons nieuwe huis.
Dobry wieczór, czy udało Ci się dokonać wyboru?
Lernen beginnen
Goedenavond, heeft u een keuze kunnen maken?
Burger bez pomidora. Z frytkami czy pieczonym ziemniakiem?
Lernen beginnen
Een hamburger zonder tomaat. Met friet of een gepofte aardappel?
Jak chcesz żeby stek był upieczony? Dość dobrze upieczony.
Lernen beginnen
Hoe wilt u de biefstuk gebakken hebben? Gast 2: Licht doorbakken.
Czy mogę coś jeszcze dla Pana/i zrobić?
Lernen beginnen
Kan ik verder nog iets voor u betekenen?
Przeprosiny! Twoje piwo wkrótce dotrze.
Lernen beginnen
Excuses! Uw bier komt er snel aan.
Które stwierdzenie jest poprawne?
Lernen beginnen
Welke stelling is juist?
Co zamówił gość numer 1?
Lernen beginnen
Wat is de bestelling van gast 1?
Nina jest bardzo zdenerwowana, ale też szczęśliwa. Jest Boże Narodzenie!
Lernen beginnen
Nina is heel zenuwachtig, maar ook blij. Het is Kerst!
Od kilku dni pod choinką jest mnóstwo prezentów. Dla tatusia, dla mamy, dla jej starszego brata Sama, dla Niny...
Lernen beginnen
Onder de kerstboom liggen al een paar dagen heel veel cadeaus. Voor papa, voor mama, voor haar grote broer Sam, voor Nina...
Chce wiedzieć, co dostanie, ale musi poczekać.
Lernen beginnen
Ze wil graag weten wat ze krijgt, maar ze moet wachten.
Nina je rogalika i jajko oraz pije sok pomarańczowy.
Lernen beginnen
Nina eet een croissant en een ei en ze drinkt sinaasappelsap.
Wtedy mama podchodzi do niej... Z prezentem! „Dla Niny... Od Świętego Mikołaja!” mówi mama z przymrużeniem oka.
Lernen beginnen
Dan komt mama naar haar toe... Met een cadeau! “Voor Nina... Van de kerstman!” zegt mama met een knipoog.
Nina szybko otwiera prezent. Oooch! Lalka! Z blond włosami i różową sukienką. „Dziękuję, Mikołaju!” woła Nina. Ona się uśmiecha.
Lernen beginnen
Nina opent het cadeau snel. Oohhhh! Een pop! Met blonde haren en een roze jurk. “Bedankt, kerstman!” roept Nina. Ze lacht.
Tata dostaje książkę, mama perfumy, a brat gitarę. Potem jest więcej prezentów.
Lernen beginnen
Papa krijgt een boek, mama een parfum en haar broer een gitaar. Daarna zijn er nog meer cadeaus.
Dostaje puzzle i kolorowankę. Nina jest szczęśliwa.
Lernen beginnen
Ze krijgt een puzzel en een kleurboek. Nina is blij.
Dziś wieczorem podczas świątecznej kolacji pokaże babci prezenty.
Lernen beginnen
Vanavond met het kerstdiner gaat ze de cadeaus aan oma laten zien.
Jak Nina czeka na prezenty świąteczne?
Lernen beginnen
Hoe wacht Nina op de kerstcadeaus?
Które stwierdzenie jest poprawne?
Lernen beginnen
Welke stelling is juist?
Kto nie dostanie prezentu przy śniadaniu?
Lernen beginnen
Wie krijgt er geen cadeau bij het ontbijt?
Jak piękny jest mój mąż, kiedy nosi ubrania, w których czuje się komfortowo.
Lernen beginnen
Wat is mijn man mooi als hij de kleren draagt waarin hij zich fijn voelt.
Często nosi te ubrania w sobotę lub niedzielę, wtedy nie musi pracować.
Lernen beginnen
Deze kleren draagt hij vaak op zaterdag of zondag, dan hoeft hij niet te werken.
Kiedy świeci słońce, woli nosić t-shirt, szorty, sandały i okulary przeciwsłoneczne.
Lernen beginnen
Hij draagt dan het liefste een t-shirt, korte broek, sandalen en als de zon schijnt een zonnebril.
Zimą jest inaczej, bo na szorty jest zdecydowanie za zimno. Następnie nosi sweter, długie spodnie i czapkę.
Lernen beginnen
In de winter is dat anders, omdat het dan veel te koud is voor een korte broek. Hij draagt dan een trui, een lange broek en een pet.
Mam nadzieję, że lubi mnie też w mojej sukience, którą lubię nosić do naszyjnika. A może bardziej podoba mu się moja spódnica z moimi czarnymi okularami?
Lernen beginnen
Ik hoop dat hij mij ook mooi vindt in mijn jurk, die ik graag draag met mijn ketting. Of vindt hij mijn rokje mooier, met mijn zwarte bril?
Czasami nosi garnitur z krawatem i patrzy, jak idzie do pracy, wtedy też ładnie wygląda
Lernen beginnen
Soms draagt hij een pak met een stropdas en horloge als hij gaat werken, dan ziet hij er ook mooi uit
A kiedy w zimie wychodzimy do lasu na zewnątrz i nosimy kurtkę, rękawiczki, krawat i buty.
Lernen beginnen
En als we naar het bos gaan in de winter koud om naar buiten te gaan en dragen we een jas, handschoenen, das en laarzen.
A ponieważ w Holandii często pada deszcz, warto zabrać ze sobą parasol.
Lernen beginnen
En omdat het vaak regent in Nederland, is het slim om een paraplu mee te nemen.
W co ubiera się mój mąż, kiedy idzie do pracy?
Lernen beginnen
Wat draagt mijn man als hij gaat werken?
Jakie ubrania nosi mój mąż, kiedy nie musi pracować?
Lernen beginnen
Welke kleren draagt mijn man als hij niet hoeft te werken?
Dlaczego zabierasz parasol?
Lernen beginnen
Waarom neem je een paraplu mee?
Jakie ubrania nosimy, gdy zimą wybieramy się do lasu?
Lernen beginnen
Welke kleding dragen wij als we naar het bos gaan in de winter?
Co mam na sobie z sukienką?
Lernen beginnen
Wat draag ik met mijn jurk?

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.