Frage |
Antworten |
Lernen beginnen
|
|
Ons appartement is op de vijfde verdieping van de flat.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Kan iemand je helpen? - Ja, mijn broer is bereid om me te helpen.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
In de loop van de week, op woensdag of donderdag, gaat het sneeuwen.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ik heb onzettende honger. Ik heb vandaag nauwelijks gegeten!
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Onze docent is ziek, dus een andere docent neemt de les over.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Alex stapt elke dag op hetzelfde tijdstip op zijn fiets: om 8.00 uur.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Het gaat misschien regenen, dus ik neem voor de zekerheid een paraplu mee.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ik waardeer jullie hulp! Ik vind het echt heel fijn.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Het is donker, dus ik doe een lamp aan.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Het zout is bijna op. Ik koop meer zout en ik vul het aan.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ons huis heeft een alarm. We horen het als er iemand inbreekt.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ik wil de toets goed maken. Ik doe mijn best!
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ik maak me druk om mijn zoontje. Ik ben bang dat hij ziek wordt.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Jasmin is al twee weken ziek. Ze is nog steeds niet fit.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Aster wil op donderdag met mij afspreken, maar dan werk ik. Het komt niet uit.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Mijn kinderen logeren bij vrienden van ons. Ze blijven daar een nachtje slapen.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Julans vader is dokter. Julan wil dokter worden, net als zijn vader.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
In deze kamer past geen grote bank. De kamer is nogal klein.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Karlijn maakt graag een praatje met de kapper, terwijl de kapper haar haar knipt.
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Trouwens, ik moet je nog iets vragen. Ik was het bijna vergeten.
|
|
|