4

 0    426 Datenblatt    Vinceq
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
kupon
Lernen beginnen
de waardebon
pokaz
Lernen beginnen
de voorstelling
pełny, kompletny
Lernen beginnen
volzet
wprowadzać (dane)
Lernen beginnen
invoeren
złożycć zamówienie
Lernen beginnen
een bestelling doen
odebrać
Lernen beginnen
afhalen
na imię...
Lernen beginnen
op naam van
natychmiast
Lernen beginnen
onmiddelijk
to wynosi 10 €
Lernen beginnen
dat maakt 10€
powinienem...
Lernen beginnen
ik zou ... moeten
powinieneś iść do doktora
Lernen beginnen
je zou naar de dokter moeten gaan
czy mógłbym
Lernen beginnen
zou ik mogen
chciałbyś
Lernen beginnen
zou je willen
mógłbyś
Lernen beginnen
zou je kunnen
czy mógłbyś wzkazać mi drogę?
Lernen beginnen
zou je mij de weg kunnen wijzen
przełożyć
Lernen beginnen
verzetten
mógłbyś iść do lekarza
Lernen beginnen
je zou naar dokter kunnen gaan
Na Twoim miejscu poszedłbym do lekarza
Lernen beginnen
als ik jou was, zou ik naar de dokter gaan
als het aanbod vermindert, wat gebeurt er met de prijs?
Lernen beginnen
stijgt
als het aanbod vermeerdert, wat gebeurt er met de prijs?
Lernen beginnen
daalt
als het vraag vermindert, wat gebeurt er met de prijs?
Lernen beginnen
daalt
als het vraag vermeerdert, wat gebeurt er met de prijs?
Lernen beginnen
stijgt
chłopak, z którym się uczę, mówi 3 językami
Lernen beginnen
de jongen met wie ik studeer, spreekt 3 talen
mężczyzna, od którego dostałem książkę mieszka w antwerpii
Lernen beginnen
de man van wie ik het boek kreeg woont in antwerpen
miasto, w którym mieszkam, jest bardzo spokojne
Lernen beginnen
de stad waarin ik woon is heel rustig
muzeum miasta, do którego jadę, znajduje się w Brukseli
Lernen beginnen
het stadmuseum waarnaar ik ga ligt in brussel
wyrzucić
Wyrzuć to, nie potrzebujemy go.
Lernen beginnen
weggooien
Gooi het weg, we hebben het niet nodig.
Nie chcę już więcej zupy
Lernen beginnen
ik hoef geen soep meer
śmiać się z
Lernen beginnen
lachen om
bazować na
Lernen beginnen
baseren op
być podobny do
Monica jest bardzo podobna do swojej matki.
Lernen beginnen
lijken op
Monica lijkt erg op haar moeder.
mieć nadzieję na
Lernen beginnen
hopen op
płakać po czymś
Lernen beginnen
huilen om
błagać o
Lernen beginnen
smeken om
cierpieć na
Lernen beginnen
lijden aan
zależeć od
Lernen beginnen
afhangen van
należeć do
Lernen beginnen
behoren tot
składać kondolencje z powodu
Lernen beginnen
condoleren met
brać udział w
Lernen beginnen
deelnemen aan
zmusić do
Lernen beginnen
dwingen tot
graniczyć z
Lernen beginnen
grenzen aan
pracować nad
Lernen beginnen
werken aan
nie cierpieć czegoś
Lernen beginnen
een hekel hebben aan
mieć wpływ na
Lernen beginnen
invloed hebben op
mieć szansę na
Lernen beginnen
kans hebben op
gapić się na
Lernen beginnen
staren naar
być dumny z
Lernen beginnen
trots zijn op
mieć ochotę na
Lernen beginnen
zin hebben in
w przeciwieństwie do
Lernen beginnen
in tegenstelling tot
na bazie, na podstawie
Lernen beginnen
op grond van
mieć bzika na punkcie czegoś
Lernen beginnen
dol zijn op
być złym na
Lernen beginnen
kwaad zijn op
poważny, ciężki
Cukrzyca to poważna choroba.
Lernen beginnen
ernstig
De diabetes is een ernstige ziekte.
nieprzyjemny
Lernen beginnen
ongezellig
przerażający
Lernen beginnen
verschrikkelijk
ekscytujący
Twoja siostra opowiedziała mi ekscytującą historię.
Lernen beginnen
spannend
Je zus heeft mij een spannend verhaal verteld.
wat is toegevoegde waarde?
Lernen beginnen
de waarde aan een product die wordt toegevoegd door een onderneming
verkooprijs bestaat uit
Lernen beginnen
aankoopprijs en toegevoegde waarde
wat is het bruto binnenlands product(bbp)?
Lernen beginnen
de totale toegevogde waarde die binnen een bepalde periode door alle ondernemingen in een land wordt gerealiseerd
wat is de afzet?
Lernen beginnen
het aantal eenheden dat een onderneming verkoopt
wat is de omzet?
Lernen beginnen
de waarde van verkopen exclusief btw
formule van omzet
Lernen beginnen
afzet * verkoopprijs
zatrudnienie
Lernen beginnen
tewerkstelling
formule van economische groei?
Lernen beginnen
bbp dit jaar - bbp vorig jaar / bbp vorig jaar
wyrazić
Lernen beginnen
uitdrukken
bbp kan gebruiken om ... (bereken)
Lernen beginnen
uitgaven, inkomsten en schulden van overheid (te bereken)
wat is economische groei?
Lernen beginnen
de jaarlijkse procentuele verandering van het bbp van een land
branża gastronomiczna
Lernen beginnen
horeca
przemysł budowlany
Lernen beginnen
bouwnijverheid
przemysł (fabryki)
Lernen beginnen
nijverheid
ustalać, określać
Lernen beginnen
vaststellen
wat omvat primair sector?
Lernen beginnen
landbouw, visserij, bosbouw
wat omvat secundaire sector?
Lernen beginnen
industrie, mijnbouw, productie van energie, bouwsector
wat omvat teritaire sector?
Lernen beginnen
handel, commerciële diensten
wat omvat quartaire sector?
Lernen beginnen
gezondheidzorg, onderwijs, cultuur, overheid
polecić
Lernen beginnen
aanbevelen
zaprzeczać, odrzucić
Lernen beginnen
ontkennen
mam ochotę na
Lernen beginnen
ik heb trek in
mówię o
Lernen beginnen
ik praat over
opiekuję się czymś
Lernen beginnen
ik zorg voor
Myślę o
Lernen beginnen
ik denk aan
wyglądam jak
Lernen beginnen
ik lijk op
Jestem zadowolony z
Lernen beginnen
ik ben blij met
schodzić po schodach
Lernen beginnen
aflopen
wchodzić po schodach
Lernen beginnen
oplopen
siedzieć przy stole
Lernen beginnen
aan tafel zitten
patrzeć w lustro
Lernen beginnen
in spiegel kijken
jechać na urlop/ wakacje
Lernen beginnen
met vacantie gaan
tańczyć do muzyki
Lernen beginnen
dansen op muziek
uciekać
Nie da się uciec z więzienia.
Lernen beginnen
ontsnappen
Het is onmogelijk uit de gevangenis te ontsnappen.
spacerować
Lernen beginnen
slenteren
borykać się, zmagać się z
Lernen beginnen
worstelen met
pogratulować z okazji
Lernen beginnen
feliciteren met
żałować czegoś
Lernen beginnen
spijt hebben van
uważnie
Lernen beginnen
aandachtig
paragon
Lernen beginnen
kasticket
zarządzać
Lernen beginnen
beheren
rachunek bieżący
Lernen beginnen
de zichtrekening
wpłacać
Muszę wpłacić pieniądze na swoje konto.
Lernen beginnen
storten
Ik moet geld op mijn rekeneing storten.
odszkodowanie, rekompensata
Lernen beginnen
vergoeding
dokonać transakcji bankowej
Lernen beginnen
bankverrichting doen
wyciąg z konta
Lernen beginnen
rekeninguittreksel
akceptować
Lernen beginnen
aanvaarden
Opóźnić
Lernen beginnen
uitstellen
częściowo
Lernen beginnen
gedeeltelijk
niezdolny do pracy
Lernen beginnen
arbeidsongeschikt
rozwiązać umowę o pracę
Lernen beginnen
de arbeidsovereenkomst opzeggen
fryzura
Lernen beginnen
de knipbeurt
odejmować
Lernen beginnen
aftrekken
łysy
Lernen beginnen
kaal
sumować
Lernen beginnen
optellen
rywalizować, rzucić wyzwanie
Lernen beginnen
uitdagen
dodatek do pensji, świadczenie
Lernen beginnen
aanvullend inkomen
dochód zastępczy
Lernen beginnen
vervangingsinkomen
wanneer krijgt je vervangingsinkomen?
Lernen beginnen
als je ziek zijn, werkloos, met pensioen
wanneer krijgt je het aanvullend inkomen?
Lernen beginnen
als je grote kosten hebt. kinderen hebben of ziek worden
de afdelingen van een onderneming?
Lernen beginnen
productie en logistiek, marketing, personeel, administratie en boekhouden
4P van de marketing?
Lernen beginnen
Prijs, product, plaats, promotie
wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)?
Lernen beginnen
people, planet, profit
konto oszczędnościowe
Lernen beginnen
spaarrekening
intrest krijgt je van jouw...
Lernen beginnen
spaarrekening
rendement krijgt je van jouw
Lernen beginnen
belegging
inwestować
Lernen beginnen
beleggen
inwestycja
Lernen beginnen
de belegging
półki (stojące)
Lernen beginnen
de rekken
skóra
Lernen beginnen
het leder
strzałka
Lernen beginnen
de pijl
wat is de dienstensector?
Lernen beginnen
de sector die alle ondernemingen uit de teritaire en quartaire sector omvat
er is een probleem
Lernen beginnen
een haar in de boter
in de problemen zitten
Lernen beginnen
in de puree zitten
seplenić
Lernen beginnen
lispelen
statek kosmiczny
Lernen beginnen
ruimtetuig
zgubić się
Lernen beginnen
verdwalen
światła uliczne
Lernen beginnen
straatverlichting
ignorować
Nie zwracaj uwagi na hałas - kapela mojego syna ma próbę.
Lernen beginnen
negeren
Negeer het lawaai. Mijn zoons band repeteert.
sekret
Lernen beginnen
geheim
przywrócić swoje życie na właściwe tory
Lernen beginnen
je leven terug op het spoor krijgen
strach
Lernen beginnen
schrik
imago
Lernen beginnen
hoe je jezelf toont aan de anderen
wees realistisch
Lernen beginnen
houd je voet op de grond
op elk potje past een deksel
Lernen beginnen
voor elke persoon past iemand
uit je kot komen
Lernen beginnen
doe eens iets, sluit je niet op
je moet meer durven
Lernen beginnen
je moet meer haar op je tanden krijgen
zboczeniec
Lernen beginnen
viezerik
wpadka
Lernen beginnen
afgang
rękawki do pływania
Lernen beginnen
bandjes
imponować
Lernen beginnen
indruk maken
kłamstwo
Lernen beginnen
leugen
poczucie winy
Lernen beginnen
schuldgevoel
ik heb een slechte dag
Lernen beginnen
mijn dag om zeep
je bent nerveus, je hebt stress, je voelt je schuldig
Lernen beginnen
een knoop in je maag
zwinąć, ukraść ponownie
Lernen beginnen
terugpikken
als ze mij pakken, hang ik
Lernen beginnen
dan krijg ik een sanctie
zdradzać, wydać
Lernen beginnen
verraden
wykorzystać kogoś
Lernen beginnen
profiteren van
obrazić kogoś
Lernen beginnen
iemand kwetsen
wyolbrzymiać
Lernen beginnen
overdrijven
niewyraźnie wymawiać, bełkotać
Lernen beginnen
mompelen
oskarżać
Oskarżyła własnego syna o kradzież.
Lernen beginnen
beschuldigen
Ze beschuldigde haar eigen zoon van diefstal.
wyć
Lernen beginnen
janken
mieć ochotę coś zrobić
Lernen beginnen
zin hebben om iets te doen
namawiać
Lernen beginnen
overhalen
termos
Lernen beginnen
thermoskan
w pełni
Lernen beginnen
voluit
rozwijać
Żeby się rozwijać, musisz ciągle zdobywać nową wiedzę.
Lernen beginnen
ontwikkelen
Om je te ontwikkelen, moet je steeds nieuwe kennis opdoen.
de formule voor bbp per capita
Lernen beginnen
bbp van een land / aantal inwoners in een land
ap * aq =
Lernen beginnen
ap+q
(ap)q =
Lernen beginnen
ap*q
(a*b)p =
Lernen beginnen
ap * bp
ap: aq =
Lernen beginnen
ap-q
x-n =
Lernen beginnen
1 / xn
3⁵
Lernen beginnen
drie tot de vijfde
Lernen beginnen
kubiekemeter
sześcian
Lernen beginnen
kubus
walec
Lernen beginnen
cilinder
prostopadłościan
Lernen beginnen
balk
kula
Lernen beginnen
bol
stożek
Lernen beginnen
kegel
piramida
Lernen beginnen
pramide
stambreuk
Lernen beginnen
breuk die teller 1 heeft
gelijknamige breuk
Lernen beginnen
breuken met dezelfde noemer
gelijkwaardige breuken
Lernen beginnen
breuken die evenveel waard zijn
odejmowanie
Lernen beginnen
het aftrekken
trójkąt
Lernen beginnen
driehoek
k.g.v.
Lernen beginnen
kleinste gemene veelvoud
[2 4 6 8 10 12 14 16] i [3 6 9 12] = kgv 12
g.g.d
Lernen beginnen
grootste gemene deler
prostokąt
Lernen beginnen
rechthoek
kwadrat
Lernen beginnen
vierkant
mnożenie
Lernen beginnen
het vermenigvuldigen
średnica
Lernen beginnen
diameter
koło
Lernen beginnen
cirkel
równoległy
Lernen beginnen
evenwijdig
prostopadły
Lernen beginnen
loodrecht
ekierka
Lernen beginnen
geodriehoek
Promień
Lernen beginnen
straal
środek koła
Lernen beginnen
middelpunt
przekątna
Lernen beginnen
diagonaal
romb
Lernen beginnen
ruit
równoległobok
Lernen beginnen
parallellogram
elipsa
Lernen beginnen
ellips
trapez
Lernen beginnen
trapezium
przeciwległe
Lernen beginnen
overstaand
kąt prosty
Lernen beginnen
rechte hoek
kąt rozwarty
Lernen beginnen
stompe hoek
kąt ostry
Lernen beginnen
scherpe hoek
kąt półpełny
Lernen beginnen
gestrekte hoek
kąt pełny
Lernen beginnen
volle hoek
trójkąt ostrokątny
Lernen beginnen
scherphoekige driehoek
trójkąt prostokątny
Lernen beginnen
rechthoekige driehoek
trójkąt rozwartokątny
Lernen beginnen
stomphoekige driehoek
trójkąt równoboczny
Lernen beginnen
gelijkzijdige driehoek
Trójkąt równoramienny
Lernen beginnen
gelijkbenige driehoek
trójkąt różnoboczny
Lernen beginnen
ongelijkzijdige driehoek
omtrek van een cirkel
Lernen beginnen
π*d of π*2r
d = diameter; r = straal
oppervlakte van een cirkel
Lernen beginnen
πr²
r =straal
oppervlakte van een driehoek
Lernen beginnen
(a*h)/2
oppervlakte van een parallellogram
Lernen beginnen
a*h
wyginąć
Lernen beginnen
uitsterven
zachowanie
Lernen beginnen
het gedrag
emisja
Lernen beginnen
de emissie
poziom morza
Lernen beginnen
zeespiegel
zakwaszenie
Lernen beginnen
de verzuring
prąd, strumień
Lernen beginnen
de stroom
atrakcje miasta
Lernen beginnen
bezienswaardigheden
konkurować
Lernen beginnen
concurreren
odnosić się do
Lernen beginnen
verwijzen naar
kontrolować, nadzorować
Lernen beginnen
controleren
rekomendacja
Lernen beginnen
aanbeveling
atrakcja (od atrakcyjny)
Lernen beginnen
aantrekkingkracht
przezroczystość
Lernen beginnen
doorzichtigheid
welke zijn 4 criteria van marktvorm?
Lernen beginnen
soort product, aantal vragers en aanbieders, doorzichtigheid van de markt, openheid van de markt
dołączyć
Lernen beginnen
toetreden
wat is volkomen concurrentie?
Lernen beginnen
Er zijn veel aanbieders van een homogeen product (bv. appels)
wat is monopolie?
Lernen beginnen
er is maar één aanbieder
wat is oligopolie?
Lernen beginnen
er zijn maar enkele aanbieders. Het is moeilijk om als nieuwe aanbieder toe te treden (bv. electriciteit markt)
wat is monopolistische concurrentie?
Lernen beginnen
Er zijn veel aanbieders. De producten verschillen van elkaar op het gebied van verpakking, service, uitzicht (bv. brood markt)
wat is homogene producten?
Lernen beginnen
zijn identiek op het vlak van kwaliteit, vorm, uitzicht (appels)
wat is heterogene producten?
Lernen beginnen
verschillen van elkaar qua smaak, uitzicht, verpakking (auto's)
lodowisko
Lernen beginnen
de ijspiste
obszar, dziedzina
Ona jest ekspertem w dziedzinie lingwistyki.
Lernen beginnen
het gebied
Ze is een expert op het gebied van de taalwetenschap.
mieć tendencję do
Lernen beginnen
neigen naar
Para
Lernen beginnen
de stoom
przyzwyczaić się do
Lernen beginnen
wennen aan
zbliżyć się
Lernen beginnen
benaderen
z góry (o płatności), z wyprzedzeniem
Lernen beginnen
alvast
giełda
Lernen beginnen
de beurs
podejście
Lernen beginnen
de benadering
spółka, partnerstwo
Lernen beginnen
de vennotschap
rzeczywistość
Lernen beginnen
werkelijkheid
wat zijn substituten?
Lernen beginnen
Producten die elkaar kunnen vervangen (zoals thee en koffie)
wat zijn complementen?
Lernen beginnen
producten die elkaar aanvullen (zoals benzine en auto)
wat zijn onafhankelijke producten?
Lernen beginnen
producten die niets met elkaar hebben te maken(zoals wc-papier en computers)
fascynujący
Lernen beginnen
boeiend
wat is de prijselasticiteit van de vraag?
Lernen beginnen
hoe gevoelig de koper of de vraag is voor een prijsverandering
formule voor prijselasticiteit van de vraag?
Lernen beginnen
procentuele vrandering van de hoeveelheid / procentuele verandering van de prijs
als Evp > 1 =
Lernen beginnen
prijsgevoelig of prijselastisch vraag
Evp < 1 =
Lernen beginnen
prijsongevoelig of prijsinelastisch vraag
wat is preciese foemule voor de prijselasticiteit van de vraag?
Lernen beginnen
(Qv1 - Qv0 / Qv0) / (P1 -P0 / P0) =E
Qv0 - de oorspronkelijke gevraagde hoeveelheid, Qv1 - de nieuw gevraagde hoeveelheid, P0 - de oorspronkelijke prijs, P1 - de nieuwe prijs
formule voor procentuele veranderig?
Lernen beginnen
((nieuw - oud) / oud) * 100
znaczny, istotny
Lernen beginnen
aanzienlijk
wat is inkomenselasticiteit van de vraag?
Lernen beginnen
hoe gevoelig koper is voor een verandering van het inkomen
formule voor inkomenselasticiteit
Lernen beginnen
procentuele verandering van de hoeveelheid / procentuele verandering van het inkomen
wanneer Ey > 1
Lernen beginnen
inkomensgevoelig of inkomenselastisch vraag bij luxe goederen
Ey < 1
Lernen beginnen
inkomensongevoelige of inkomensinelastisch vraag bij noodzaakelijke goederen
Ey < 0
Lernen beginnen
het is inferieur product (witte producten, tweedehandskledij)
formule voor de vraagvergelijking
Lernen beginnen
Qv = -a * prijs + b
wat zijn oorzaken van stijging van de vraag?
Lernen beginnen
1. verhoogde voorkeur, 2. stijging van het inkomen, 3. stijging van de prijs van substitut, 4. daling van de prijs van een complementair product
wat zijn oorzaken van daling van de vraag?
Lernen beginnen
1. verminderde voorkeur, 2. daling van het inkomen, 3. daling van de prijs van substitut, 4. stijging van de prijs van een complementair product
zrobić sobie krzywdę
Lernen beginnen
zich bezeren
wtrącać się w
Lernen beginnen
zich bemoeien met
zastanawiać się
Zastanawiam się gdzie wyjechać na wakacje.
Lernen beginnen
zich afvragen
Ik vraag me af waar op vakantie te gaan.
postarać się
Lernen beginnen
zich inspannen
dobrze się bawić
Dobrze się wczoraj bawiłeś?
Lernen beginnen
zich vermaken
Heb je je gisteren prima vermaakt?
nie móc doczekać się czegoś
Lernen beginnen
zich verheugen op
zamierzać, mieć zamiar
Lernen beginnen
zich voornemen
zarejestrować się
Lernen beginnen
zich aanmelden
powstrzymać się, opanować się
Lernen beginnen
zich inhouden
jesteś gotowy?
Lernen beginnen
ben je zover?
o ile mi wiadomo
Lernen beginnen
voor zover ik weet
jak tylko to
Lernen beginnen
voor zover dat
de formule voor de kruiselingse prijselasticiteit
Lernen beginnen
procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid / procentuele verandering van de prijs van een ander product
de Ek van de vraag bij substituten is...
Lernen beginnen
positief
de Ek van de vraag bij complementen is...
Lernen beginnen
negatief
moim zdaniem
Lernen beginnen
Naar mijn mening
verschuivingen in het aanbod doen zich voor wanneer: 4
Lernen beginnen
de productiekosten veranderen, het aantal anbieders verandert, we productivitet verandert, de productie ene meevaller kent
gdy była 17, poszedł do domu
Lernen beginnen
toen get 5 uur was hij ging naar huis
Kiedy byłem mały, wierzyłem w Świętego Mikołaja
Lernen beginnen
toen ik klein was geloofde ik in Sinterklaas
zdarzenie
Lernen beginnen
gebeurtenis
koncentrować się
Lernen beginnen
zich concentreren
w międzyczasie
Lernen beginnen
In de tussentijd
Robin podał piłkę Keesowi, po czym Kees strzelił gola
Lernen beginnen
Robin speelde de bal naar Kees toen maakte Kees een doelpunt
Mój ojciec urodził się w 1975 roku. Wtedy nie było jeszcze internetu
Lernen beginnen
Mijn vader is geboren 1975. Toen was er nog geen internet
znieważać
Lernen beginnen
beledigen
wpaść w kłopoty
Lernen beginnen
in de problemen komen
wat is prijselasticiteit van het aanbod?
Lernen beginnen
hoe gevoelig de producent is voor een prijsverandering van het eigen product
formiule voor prijsealsticiteit van het aanbod?
Lernen beginnen
procentuele verandering van de aangeboden hoeveelheid / procentuele verandering van de prijs
Ea > 1
Lernen beginnen
prijsgevoelig of prijselastisch aanbod
Ea < 1
Lernen beginnen
prijsongevoelig of prijsinelastisch aabbod
Ea = 0
Lernen beginnen
perfect inelastisch aanbod
modyfikacja
Lernen beginnen
wijziging
formule voor aanbodvergelijking
Lernen beginnen
Qa = a * Prijs - b
gratka, fuks, niespodzianka
Lernen beginnen
meevaller
wpadka, niepowodzenie, porażka
Lernen beginnen
tegenvaller
rozszerzać (produkcje), rozwijać
Lernen beginnen
uitbreiden
proste włosy
Lernen beginnen
steil haar
hoe steiler de aanbodcurve is...
Lernen beginnen
hoe inelastischer het aanbod is
wyjaśnić, zilustrować
Lernen beginnen
toelichten
wywnioskować z czegoś
Lernen beginnen
afleiden van
Głaskać
Lernen beginnen
aaien
kawa jest postawiona na stole
Lernen beginnen
er is een koffie gezet op de tafel
robaki są zjadane
Lernen beginnen
de wormen worden opgegeten
praca domowa jest już zrobiona
Lernen beginnen
het huiswerk is al gemaakt
rower jest naprawiony
Lernen beginnen
de fiets is gerepareerd
szarlotka zostaje pieczona
Lernen beginnen
Er wordt een appeltaart gebakken
kolędy zostały zaśpiewane
Lernen beginnen
er werden kerstliedjes gezongen
złodziej był aresztowany
Lernen beginnen
de dief was gearresteerd
jedzenie zodtanie ugotowane
Lernen beginnen
het eten zal gekookt worden
Jedzenie zostało ugotowane
Lernen beginnen
Het eten is gekookt geworden
jedzenie było gotowane
Lernen beginnen
het eten werd gekookt
jedzenie jest gotowane
Lernen beginnen
het eten wordt gekookt
kawa jest podawana
Lernen beginnen
koffie wordt geserveerd
towary sa sprzedawane
Lernen beginnen
goederen worden verkocht
wyczerpujący
Lernen beginnen
vermoeiend
bankier
Lernen beginnen
de bankier
transakcja finansowa
Lernen beginnen
de financiële transactie
podatek
Lernen beginnen
de belasting
Księgowość
Lernen beginnen
de boekhouding
usługa finansowa
Lernen beginnen
de financiële dienst
posiadanie, własność
Lernen beginnen
het bezit
majątek
Lernen beginnen
het vermogen
dywidenda
Lernen beginnen
het dividende
obligacja
Lernen beginnen
de obligatie
Giełda Papierów Wartościowych
Lernen beginnen
de aandeelmarkt
Fundusz
Lernen beginnen
het Fonds
konto inwestycyjne
Lernen beginnen
de beleggingsrekening
dług
Lernen beginnen
de schuld
wyciąg z konta
Lernen beginnen
het rekeningafschrift
bankomat
Lernen beginnen
de pinautomaat
Transakcja
Lernen beginnen
De transactie
saldo
Lernen beginnen
het saldo
kredyt
Większość ludzi musi wziąć kredyt, by kupić samochód.
Lernen beginnen
het krediet
De meerderheid van de mensen moet een krediet krijgen om een auto te kopen.
pożyczka
Lernen beginnen
de lening
odsetki
Lernen beginnen
de rente
przelew
Lernen beginnen
de overboeking
wypłata (z bankomatu)
Lernen beginnen
de opname
depozyt, wpłata
Lernen beginnen
de storting
banknot
Lernen beginnen
het biljet
kurs wymiany walut
Lernen beginnen
de koers
moneta
Lernen beginnen
de munt
karta kredytowa
Lernen beginnen
de creditcard
konto oszczędnościowe
Lernen beginnen
de spaarrekening
rachunek bieżący
Lernen beginnen
de betaalrekening
konto bankowe
Lernen beginnen
de bankrekening
oszczędzać
Lernen beginnen
sparen
pożyczać
Mogę pożyczyć twoją książkę?
Lernen beginnen
lenen
Mag ik jouw boek even lenen?
wpłacać
Muszę wpłacić pieniądze na swoje konto.
Lernen beginnen
storten
Ik moet geld op mijn rekeneing storten.
wypłacać
Lernen beginnen
opnemen
przelewać pieniądze
Lernen beginnen
overboeken
inwestować
Czy inwestowanie w złoto jest ryzykowne?
Lernen beginnen
investeren
Is het riskant in goud te investeren?
zaciągać długi
Lernen beginnen
schulden maken
Wymieniać pieniądze
Lernen beginnen
ruilen
spłacać
Lernen beginnen
afbetalen
inwestować, lokować
Lernen beginnen
beleggen
przekupić
Lernen beginnen
omkopen
mieć siłę nabywczą
Lernen beginnen
koopkracht hebben
finansowy
To miasto jest centrum finansowym Europy.
Lernen beginnen
financieel
Deze stad is het financiele centrum van Europa.
pieniężny
Lernen beginnen
geldelijk
zbankrutowany, bankrut
Lernen beginnen
bankroet
darmowy, bez kosztów
Lernen beginnen
kostenloos
opłacalny, dochodowy
Lernen beginnen
winstgevend
przynoszące straty
Lernen beginnen
verliesgevend
ekonomiczny / oszczędny
Lernen beginnen
zuinig
przystępny cenowo
Lernen beginnen
betaalbaar
zabezpieczony (np. pożyczka)
Lernen beginnen
zekergesteld
wolny od długów
Lernen beginnen
schuldenvrij
zamożny
Nick pochodzi z zamożnej rodziny.
Lernen beginnen
vermogend
Nick komt uit een vermogende familie.
stałe (oprocentowanie)
Lernen beginnen
vaste
zmienny (np. oprocentowanie)
Lernen beginnen
variabele
równowaga rynkowa
Lernen beginnen
marktevenwicht
pamięć
Lernen beginnen
geheug
odświeżyć
Lernen beginnen
opfrissen
obierać
Nie umiem obierać ziemniaków.
Lernen beginnen
schillen
Ik kan niet aardappels schillen.
gnić
Lernen beginnen
rotten
Czy mogę o coś zapytać?
Lernen beginnen
Mag ik u iets vragen
Czy może mi pan pokazać drogę do...
Lernen beginnen
Kunt u mij de weg wijzen naar...
proszę iść prosto
Lernen beginnen
U gaat hier rechtdoor
na końcu ulicy skręć w prawo
Lernen beginnen
aan het einde van de straat gaat je rechtsaf
Przechodzisz przez most
Lernen beginnen
U gaat de brug over
po drugiej stronie ulicy
Lernen beginnen
aan de andere kant van de straat
z jednej strony... z drugiej strony
Lernen beginnen
enerzijds... anderzijds
poświęcenie
Lernen beginnen
toewijding
poświęcać, przeznaczać
Lernen beginnen
toewijden
pamięć
Lernen beginnen
geheugen
ledwo
Lernen beginnen
nauwelijks
szaleństwo, obłęd
Lernen beginnen
waanzinningheid
być szalonym, obłąkanym
Lernen beginnen
krankzinning zijn
odnieść sukces w
Lernen beginnen
slagen in
skończyć z czymś
Lernen beginnen
klaar zijn met
wątpić w
Lernen beginnen
twijfelen aan
podawać, aplikować (leki)
Lernen beginnen
toedienen
molo
Lernen beginnen
de pier
dziewczyna ma nadzieję, że zdała egzamin
Lernen beginnen
het meisje hoopt dat zij het examen heeft gehaald
Nie wiemy, czy w tym roku pojedziemy na wakacje
Lernen beginnen
Wij weten niet of we dit jaar op vakantie gaan
wiem jak nazywa się twój brat
Lernen beginnen
ik weet hoe jouw broer heet
Nie mam pojęcia, kiedy masz urodziny
Lernen beginnen
Ik heb geen idee wanneer je jarig bent
nie chce powiedzieć, gdzie był wczoraj
Lernen beginnen
hij wil niet zeggen waar hij gisteren is geweest
Theo zastanawia się, dlaczego lekcja nie jest kontynuowana
Lernen beginnen
theo vraagt zich af waarom de les niet doorgaat
Willemijn opowiedziała nam, co robiła w ostatni weekend
Lernen beginnen
Willemijn heeft verteld wat ze afgelopen weekend heeft gedaan
Jesteś lekarzem, prawda?
Lernen beginnen
Je bent een dokter, toch?
wykluczać
Lernen beginnen
uitsluiten
jej imię to Anna, prawda?
Lernen beginnen
Haar naam is Anna, toch?
tak, zgadza się
Lernen beginnen
Ja, dat klopt
tak, dokładnie
Lernen beginnen
Ja, inderdaad
wiedza
Lernen beginnen
de kennis
brać sprawy w swoje ręce
Lernen beginnen
het heft zelf in handen nemen
narzucać
Lernen beginnen
opleggen
nalegać
Lernen beginnen
aandringen
wymaganie, warunek
Lernen beginnen
voorwaard
wielkość
Lernen beginnen
de grootte
zapewniać
Lernen beginnen
voorzien
odkładać słuchawkę, rozłączyć się
Lernen beginnen
ophangen
kontuzja
Lernen beginnen
de verwonding
diagnoza
Lernen beginnen
de diagnose
objaw
Lernen beginnen
het symptoom
leczenie
Lernen beginnen
de behandeling
operacja
Lernen beginnen
de operatie

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.