|
Frage |
Antworten |
|
Lernen beginnen
|
|
De voetbalwedstrijd gaat niet door als gevolg van het slechte weer.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ik voel veel druk van mijn leidinggevende. Ik moet snel en foutloos werken.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
U kunt kaartjes voor de film reserveren. Reserveren is echter niet verplicht.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
De therapie heeft een positief effect. Ik voel me minder somber.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Roken heeft grote invloed op je gezondheid. Rokers krijgen veel eerder ernstige ziektes.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Welke media volg jij? Ik lees de krant en kijk televisie.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Lisa heeft een vast ritme op haar werk; een uur werken, even pauze, een uur werken, enzovoort.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ali spreekt vaak met vrienden af; hij is erg sociaal.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
De dokter bekijkt de foto’s van mijn rug. Hij ziet gelukkig niets bijzonders.
|
|
|
z jednej strony... z drugiej strony Lernen beginnen
|
|
Ik weet niet of Nahom geschikt voor deze baan is. Enerzijds is hij erg gemotiveerd, anderzijds is hij niet zo flexibel.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Een operatie kan misgaan, dus de dokter moet heel nauwkeurig werken.
|
|
|
między innymi (między innymi) Lernen beginnen
|
|
De school koopt van het budget onder andere nieuwe boeken en computers.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Alex heeft het bestand niet opgeslagen, dus het staat niet meer op de computer.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
We vliegen rechtstreeks naar Moskau, dus we stoppen onderweg niet.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Aster wil niet moe worden. Daarom fietst ze in een laag tempo.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Je kunt op verschillende wijzen iets bestellen: via de telefoon, via de e-mail of via onze website.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Marisol sluit het telefoongesprek af met „tot ziens”.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Het computerscherm wordt automatisch zwart als je tien minuten niets doen.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Het boek ziet er saai uit, maar de inhoud is erg interessant!
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
De wasmachine is kapot, dus Nahom doet de was met de hand.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Zora leest het heel contract, voordat ze het ondertekent.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Bij de receptie krijg je de sleutel van je hotelkamer.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
De secretaresse plant afspraken en zet ze in de agenda van haar leidinggevende.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Vandaag werk ik acht uur, met tussendoor een half uur pauze.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
In het verleden woonden meer Nederlanders op het platteland.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
De service in dit café is verschrikkelijk! Ik kom hier nooit meer terug.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Ricardo verveelt zich ontzettend. Hij weet niet wat hij kan doen.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
Mijn buurman zeurt over alles. Hij vindt alles moeilijk en vervelend.
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
|
|
|
