A1+_Przysłówki

 0    23 Datenblatt    JakubSzczepanski
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
wczoraj
Lernen beginnen
gisteren
dawno temu
Lernen beginnen
een lange tijd geleden
bezpośrednio (np. o połączeniu komunikacji)
Lernen beginnen
rechtstreeks
prawdopodobnie
Lernen beginnen
waarschijnlijk
nagle
Lernen beginnen
plotseling
niewielka ilość
Mężczyźni mają niewiele chleba
Lernen beginnen
kleine hoeveelheid
De mannen hebben een kleine hoeveelheid brood
mniej niż
Lernen beginnen
minder dan
więcej niż
Lernen beginnen
meer dan
kilka
Oni maja tylko kilka kanapek
Lernen beginnen
een paar
Ze hebben maar een paar boterhammen
tylko
Oni maja tylko kilka kanapek
Lernen beginnen
maar
Ze hebben maar een paar boterhammen
zanim
Idę do domu zanim sie ściemni
Lernen beginnen
voordat
Ik ga naar huis voordat het donker wordt
mianowicie, bowiem
Lernen beginnen
namelijk
nigdzie
Lernen beginnen
nergens
ani jedna, żadna
Nie mam żadnej odpowiedzi.
Lernen beginnen
geen enkel
Ik heb geen enkel antwoord.
bez
On jest mężczyzną bez dzieci.
Lernen beginnen
zonder
Hij is een man zonder kinderen.
tak szybko jak
Tak szybko jak tylko będę potrzebował cukru, kupię go.
Lernen beginnen
zodra
Zodra ik suiker nodig heb, koop ik het.
potem
Lernen beginnen
later
po
Lernen beginnen
na
Do tego / dodatkowo / tam
Lernen beginnen
Erbij
następnie
Lernen beginnen
daarna
rzeczywiście
Lernen beginnen
inderdaad
mimo wszystko, przecież
Lernen beginnen
immers
zgodnie
Lernen beginnen
volgens

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.