adjectiven - przymiotniki2

 0    20 Datenblatt    dmikosz
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
mocno, sztywno, trwale
Korek mocno siedzi
Lernen beginnen
vast
De dop zit vast
być przyklejonym, przytwierdzonym do czegoś; trwale
Ostrze było mocno przymocowane do rękojeści
Lernen beginnen
vastzittend; aan iets vastzitten; muurvast zitten
Het lemmet zat muurvast aan het heft.
dobrze siedzieć w siodle
Lernen beginnen
vast in het zadel zitten
stała praca, mieć
Lernen beginnen
een vaste baan hebben
stały klient baru
Lernen beginnen
een vaste klant van de kroeg
stałe koszty/ceny
koszty stałe, wydatki, takie jak
Lernen beginnen
de vaste kosten / lasten / prijzen
vaste lasten, zoals huur, energiekosten en verzekeringspremies
utknąć np. rozmowy utknęły
Wydaje się, że sprawy utknęły w miejscu.
Lernen beginnen
muurvast zitten, bijvoorbeeld: De gesprekken zaten muurvast
De situatie lijkt muurvast te zitten.
stanąć w miejscu
Ruch na części obwodnicy stanął w miejscu.
Lernen beginnen
muurvast staan
Het verkeer op een deel van de ringweg stond muurvast
telefon stacjonarny
Lernen beginnen
vaste telefoon
ciała stałe, płynne lub gazy
Lernen beginnen
vaste stoffen, vloeibaare of gasvormige stoffen, gassen
spójny (spójna wizja czegoś)
Lernen beginnen
samenhangend (een samenhangende visie op); coherent
ruchomości
Lernen beginnen
roerende zaken/ goederen
nieruchomość
Lernen beginnen
onroerend zaak / goed
ruchomy (części ruchome)
Lernen beginnen
beweegbaar (beweegbare onderdelen)
przenośny
Lernen beginnen
verplaatsbaar
przenośny, ultracienki, bezprzewodowy
Lernen beginnen
draagbaar, ultradun, draadloos
przesuwny
Lernen beginnen
verschuifbaar
zakotwiczony (w prawie)
Lernen beginnen
verankerd (in een wet)
na pewno, na bank
Lernen beginnen
vast en zeker
ustalony, pewny fakt
Lernen beginnen
een vaststaand feit

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.