Babbel 1

 0    43 Datenblatt    metax88
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Mr., sir
Lernen beginnen
meneer
you (sg., informal)
Lernen beginnen
jij
you (pl., informal)
Lernen beginnen
jullie
Marja, how's it going with you?
Lernen beginnen
Marja, hoe gaat het met je?
Pleasure, I'm Hans de Boer.
Lernen beginnen
Aangenaam, ik ben Hans de Boer.
welcome
Everyone is welcome here.
Lernen beginnen
welkom
Iedereen is welkom hier.
He speaks Dutch and German.
Lernen beginnen
Hij spreekt Nederlands en Duits.
She likes to drink coffee.
Lernen beginnen
Zij drinkt graag koffie.
we
We are hungry.
Lernen beginnen
wij
Wij hebben honger.
great
Great!
Lernen beginnen
prima
Prima!
No, I'm sorry.
Lernen beginnen
Nee, het spijt me.
Pleasure! (lit. Pleasant!)
Lernen beginnen
Aangenaam!
I don't know.
Lernen beginnen
Ik weet het niet.
Are you coming along?
Lernen beginnen
Kom je mee?
What's your name? (lit. How call you?)
Lernen beginnen
Hoe heet u?
good
The people are good.
Lernen beginnen
goed
De mensen zijn goed.
Let's not be so formal. (lit. Say just you.)
Lernen beginnen
Zeg maar jij, hoor.
thank you very much (informal)
Lernen beginnen
dank je wel
thank you very much (formal)
Lernen beginnen
dank u wel
How (lit. What) nice!
Lernen beginnen
Wat leuk!
How's it going?
Lernen beginnen
Hoe gaat het?
the town, city
Lernen beginnen
de stad
Where do you (sg., informal) come from?
Lernen beginnen
Waar kom je vandaan?
to live
I live in the capital.
Lernen beginnen
wonen
Ik woon in de hoofstad.
And (lit. with) you?
Lernen beginnen
En met jou?
the country
Lernen beginnen
het land
I come from (the) Netherlands.
Lernen beginnen
Ik kom uit Nederland.
to speak
Could you speak louder, please?
Lernen beginnen
spreken
Kan je even harder op praten, alstublieft?
We are in Friesland.
Lernen beginnen
We zijn in Friesland.
Hello/Bye!
Lernen beginnen
Dag!
good morning
Good morning, how are you?
Lernen beginnen
goedemorgen
Goedemorgen, hoe gaat het met u?
good evening
Lernen beginnen
goedenavond
you (formal)
Lernen beginnen
u
Mrs./Ms., madam
Lernen beginnen
mevrouw
I
I am Adam.
Lernen beginnen
ik
Ik ben Adam.
she, they
She's my sister.
Lernen beginnen
zij
Ze is mijn zuster.
Goodbye!
Lernen beginnen
Tot ziens!
he
Who is he?
Lernen beginnen
hij
Wie is hij?
Hi!
Lernen beginnen
Hoi!
also, too
Lernen beginnen
ook
no, not any
Lernen beginnen
geen
only, alone
Lernen beginnen
alleen
a bit
Lernen beginnen
een beetje

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.