czasowniki

 0    79 Datenblatt    am76y56xhx
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Nederlands, Vlaams Antworten Nederlands, Vlaams
bakken,
Lernen beginnen
bakte, gebakken to bake
bederven
Lernen beginnen
bedierf, bedorven spoil, corrupt
bedriegen
Lernen beginnen
bedroog, bedrogen, bedrogen decieve, fail
beginnen
Lernen beginnen
begon, begonnen, start (ben)
begrijpen
Lernen beginnen
begrijpen, begreep, begrepen understand
bevallen
Lernen beginnen
give a birth, beviel, bevielen, bevallen (ben)
bewegen
Lernen beginnen
bewoog, bewogen, move
bezoeken
Lernen beginnen
bezocht, bezochten, heb bezocht visit
bidden
Lernen beginnen
bad, baden, heb geboden pray
bieden
Lernen beginnen
bood, boden, heb geboden
bijten
Lernen beginnen
beet, beten, heb gebeten to bite
binden
Lernen beginnen
bond, bonden, heb gebonden (bind)
blazen
Lernen beginnen
blies, bliezen, heb geblazen (blow)
blijken
Lernen beginnen
bleek, bleken, is gebleken (appear)
blijven
Lernen beginnen
bleef, bleven, ben gebleven
braden
Lernen beginnen
braadde, braaden, heb gebraden (roast)
breken
Lernen beginnen
brak, braken, heb gebroken (break)
brengen
Lernen beginnen
brahct, brahcten, heb gebracht (bring)
buigen
Lernen beginnen
boog, bogen, heb gebogen (to bend)
denken
Lernen beginnen
dacht, dachten heb gedacht (think)
doen
Lernen beginnen
deed, deden, heb gedaan (do)
dragen
Lernen beginnen
droeg, droegen, heb gedragen, (carry)
drijven
Lernen beginnen
dreef, dreven, ben/heb gedreven (to drive)
drinken
Lernen beginnen
dronk, dronken, heb gedronken
duiken
Lernen beginnen
dook, doken, ben/heb gedoken (dive)
dwingen
Lernen beginnen
dwong, dwongen, heb gewongen (to force to compel)
ervaren
Lernen beginnen
ervoer, ervoren, heb ervaren, (to experience)
eten
Lernen beginnen
at, aten, heb gegeten (eat)
fluiten
Lernen beginnen
floot, floten, heb gefloten (whistle)
gaan
Lernen beginnen
ging, gingen, ben gegaan (to go)
genezen
Lernen beginnen
genas, genazen, ben/heb genezen (to heal)
genieten
Lernen beginnen
to enjoy, genoot, genoten, heb genoten
geven
Lernen beginnen
to give, gaf, gaven, heb gegeven
gieten
Lernen beginnen
pour, cast, goot, goten, heb gegoten
glijden
Lernen beginnen
to slide, gleed, gleden, ben/heb gegleden
glimmem
Lernen beginnen
to glow, glom, glommen, heb glommen
graven
Lernen beginnen
to dig, groef, groeve, gegraven
hangen
Lernen beginnen
to hang, hing, hingen, heb gehangen
hebben
Lernen beginnen
to have, had, hadden, gehad
helpen
Lernen beginnen
to help, hielp, hielpen, heb geholpen
heten
Lernen beginnen
be called, heette, heetten, heb geheten
houden
Lernen beginnen
to have, hield, hielden, heb gehouden
kiezen
Lernen beginnen
to choose, koos, kozen heb gekozen
kijken
Lernen beginnen
to look, keek, keken, heb gekeken
klimmem
Lernen beginnen
to climb, klom, klommen, ben/heb geklommen
klinken
Lernen beginnen
to sound, klonk, klonken, heb geklonken
krimpen
Lernen beginnen
to shirnk, kromp, krompen, ben/heb gekrompen
kruipen
Lernen beginnen
to crawl, kroop, kropen, ben/heb gekropen
kunnen
Lernen beginnen
can, kon, konden, heb gekund
lachen
Lernen beginnen
laugh, lachte, lachten, heb gelachen
laden
Lernen beginnen
to load, laadde, laadden, heb geladen
laten
Lernen beginnen
to let, liet, lieten, heb gelaten
lezen
Lernen beginnen
to read, las, lazen, heb gelazen
liegen
Lernen beginnen
lying, loog, logen, heb gelogen
liggen
Lernen beginnen
to lie, lag, lagen, heb gelegen
lijden
Lernen beginnen
to suffer, leed, leden, heb geleden
lijken
Lernen beginnen
seem, leek, leken, heb geleken
lopen
Lernen beginnen
to walk, liep, liepen, ben/heb gelopen
meten
Lernen beginnen
to measure, mat, maten, heb gemeten
moeten
Lernen beginnen
to must, moest, moesten, heb gemoeten
mogen
Lernen beginnen
may, mocht, mochten, heb gemogen
nemen
Lernen beginnen
to take, nm, namen, heb genomen
ontbijten
Lernen beginnen
to eat breakfast, ontbeet, ontbeten, heb ontbeten
ontwerpen
Lernen beginnen
to design, ontzierp, ontzierpen, heb ontworpen
overlijden
Lernen beginnen
to dieoverleed, overleden, ben overleden
raden,
Lernen beginnen
to guess, raadde, raadden, heb geraden
rijden
Lernen beginnen
to ride, reed, reden, ben/heb gereden
roepen
Lernen beginnen
to call, riep, riepen, heb geroepen
ruiken
Lernen beginnen
to smell, rook, roken
scheiden
Lernen beginnen
to separate, scheidde, scheidden, ben/heb gescheiden
schelden
Lernen beginnen
to scold, schold, scholden, heb gescholden
schenken
Lernen beginnen
to donate, schonk, schonken, heb geschonken
scheren
Lernen beginnen
to shave, schoor, schoren, heb geschoren
schieten
Lernen beginnen
to shoot, schoot, schoten, heb geschoten
schijnen
Lernen beginnen
to shine, scheen, schenen, heb geschenen
schrijven
Lernen beginnen
write, schreef, schreven, heb geschreven
schrikken
Lernen beginnen
to scare, schrok, schrokken, ben geschrokken
schuiven
Lernen beginnen
to slide, schoof, schoven, ben/heb geschoven
slaan
Lernen beginnen
hit, sloeg, sloegen, heb geslagen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.