Toggle navigation
Erstellen Sie ein Konto
Anmelden
Karteikarten erstellen
Kurse
języki obce
niderlandzki
Czasowniki nieregularne (czasy przeszłe) holenders...
Czasowniki nieregularne (czasy przeszłe) holenderski część 1
0
51 Datenblatt
xkali
Lernen beginnen
mp3 downloaden
×
Perfekt für Zuhörer
–
verwandeln Sie Ihre Worte in Audiocurs und lernen Sie:
wenn Sie mit dem Bus oder dem Auto fahren
mit einem Hund spazieren gehen
Warten in der Warteschlange
vor dem Zubettgehen
Diese Funktion ist nur für Premium-Benutzer verfügbar.
aktiviere das Premiumkonto
Beispielaufnahme
Drucken
×
Perfekt außerhalb des Hauses
–
drucke deine Worte:
als praktische Liste
als Teile geschnitten werden
Diese Funktion ist nur für Premium-Benutzer verfügbar.
aktiviere das Premiumkonto
Musterausdruck
spielen
überprüfen
Frage
Antworten
założyć; spowodować
Lernen beginnen
aandoen / deden aan/deed aan / hebben aangedaan
przybyć
Lernen beginnen
ankomen / kwam aan/kwamen aan / zijn aangekomen
zmywać naczynia
Lernen beginnen
afwassen / waste af/wasten af / hebben afgewassen
piec
Lernen beginnen
bakken / bakte/bakten / hebben gebakken
zacząć
Lernen beginnen
beginnen / begon/begonnen / zijn begonnen
rozumieć
Lernen beginnen
begrijpen / begreep/begrepen / hebben begrepen
zawiesić (na ścianie)
Lernen beginnen
behangen / behing/behingen / hebben behangen
poruszyć
Lernen beginnen
bewegen / bewoog/bewogen / hebben bewogen
odwiedzić; zwiedzić
Lernen beginnen
bezoeken / bezocht/bezochten / hebben bezocht
gryźć
Lernen beginnen
bijten / beet/beten / hebben gebeten
dmuchać
Lernen beginnen
blazen / blies/bliezen / hebben geblazen
zostać
Lernen beginnen
blijven / bleef/bleven / zijn gebleven
złamać
Lernen beginnen
breken / brak/braken / hebben gebroken
przynieść
Lernen beginnen
brengen / bracht/brachten / hebben gebracht
myśleć
Lernen beginnen
denken /dacht/dachten / hebben gedacht
robić
Lernen beginnen
doen / deed/deden / hebben gedaan
nosić
Lernen beginnen
dragen / droeg/droegen / hebben gedragen
pić
Lernen beginnen
drinken / dronk/dronken / hebben gedronken
jeść
Lernen beginnen
eten / at/aten / hebben gegeten
iść
Lernen beginnen
gaan / ging/gingen / zijn gegaan
wyzdrowieć
Lernen beginnen
genezen / genas/genazen / hebben genezen
dać
Lernen beginnen
geven / gaf/gaven / hebben gegeven
lać
Lernen beginnen
gieten / goot/goten / hebben gegoten
wisieć, wieszać
Lernen beginnen
hangen / hing/hingen / hebben gehangen
mieć
Lernen beginnen
hebben / had/hadden / hebben gehad
pomóc
Lernen beginnen
helpen / hielp/hielpen / hebben geholpen
kochać
Lernen beginnen
houden (van) / hield/hielden / hebben gehouden
zażyć
Lernen beginnen
innemen / nam in/namen in / hebben ingenomen
wybrać
Lernen beginnen
kiezen / koos/kozen / hebben gekozen
patrzeć
Lernen beginnen
kijken / keek/keken / hebben gekeken
wspinać
Lernen beginnen
klimmen / klom/klommen / hebben/zijn geklommen
przyjść
Lernen beginnen
komen / kwam/kwamen / zijn gekomen
kupić
Lernen beginnen
kopen / kocht/kochten / hebben gekocht
dostać
Lernen beginnen
krijgen / kreeg/kregen / hebben gekregen
móc, potrafić
Lernen beginnen
kunnen / kon/konden / hebben gekund
śmiać się
Lernen beginnen
lachen / lachte/lachten / hebben gelachen
pozwolić
Lernen beginnen
laten / liet/lieten / hebben gelaten
czytać
Lernen beginnen
lezen / las/lazen / hebben gelezen
leżeć
Lernen beginnen
liggen / lag/lagen / hebben gelegen
chodzić
Lernen beginnen
lopen / liep/liepen / hebben/zijn gelopen
włamać się
Lernen beginnen
inbreken / brak in/braken in / hebben ingebroken
oferować
Lernen beginnen
aanbieden / bood aan/boden aan / hebben aangeboden
przyjrzeć się
Lernen beginnen
aankijken / keek aan/keken aan / hebben aangekeken
oglądać
Lernen beginnen
aanzien / zag aan/zagen aan / hebben aangezien
zostać w tyle
Lernen beginnen
achterblijven / bleef aan/bleven aan / zijn achtergebleven
opisać
Lernen beginnen
beschrijven / beschreef/beschreven / hebben beschreven
omawiać
Lernen beginnen
bespreken / besprak/bespraken / hebben besproken
posiadać
Lernen beginnen
bezitten / bezat/bezaten / hebben bezeten
modlić się; błagać
Lernen beginnen
bidden / bad/baden / hebben gebeden
wiązać; oprawić (książkę)
Lernen beginnen
binden / bond/bonden / hebben gebonden
okazywać się
Lernen beginnen
blijken / bleek/bleken / zijn gebleken
Karteikarten erstellen
niderlandzki
Siehe ähnliche Fiche:
Czasowniki nieregularne (czasy przeszłe) holenderski część 2
Frequency
se presenter
hopital
l4
Словарь nl-ru
bases
fruits
dekcdkbgl
l5
centre commercial
Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.
×
Main
Der Fortschrittsbalken
Uhr
Erzwingen gute Antwort
Inhalt
Text
Beispieltext
Bilder
Aufnahmen
Aufnahmen beispiels
Aufnahmen nativen
Betonen Grammatik
Optionen Rezept
ignorieren:
Räume
nationalen Zeichen
Klammern
Zeichensetzung
empfindlich
kein Gegenstand des Artikels
vereint Verknüpfungen
bestellen
Fehler melden
Danke für den Hinweis :)
1
2
3
4
überprüfen
weiter
Ich bin direkt ↑
(
Tipp:
Durch Drücken
der Eingabetaste
hält die Antwort so
schlecht
Tip2:
zurück zu der Frage zu sehen, klicken Sie auf den Merkzettel )
Ich weiß nicht,
I
Antwort anzeigen
überprüfen
weiter
Ich bin direkt ↑
(
Tipp:
Durch Drücken
der Eingabetaste
hält die Antwort so
schlecht
Tip2:
zurück zu der Frage zu sehen, klicken Sie auf den Merkzettel )
Gut gemacht, gut Sie gehen :)
Der Schöpfer ist die Flashkarte XkaliPunkt
Klicken Sie auf Ihre eigenen Lernkarten erstellen :)
Wenn Sie bereit bevorzugen, versuchen Sie unsere professionelle Kurse.
Business English (deutsche Version) - Kundenservice
versuchen Sie es kostenlos
Business English (deutsche Version) - Präsentationen
versuchen Sie es kostenlos
Wiederholen Sie alle
Wiederholen schwieriger
Ende der Runde
1
Summe
Runde
I
Ich weiß nicht,
1
(
)
(
)
Nächste Runde
Wiederholen Sie, was Sie nicht wissen,
`
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-
=
Deutsch
English
American English
Français
italiano
Nederlands, Vlaams
Norsk
język polski
português
русский язык
Svenska
español
українська мова
gjuha shqipe
العربية
euskara
български език
中文, 汉语, 漢語
dansk
Esperanto
eesti keel
føroyskt
suomen kieli
galego
ქართული
ελληνικά
עברית
हिन्दी, हिंदी
Bahasa Indonesia
Íslenska
日本語, にほんご
ייִדיש
ಕನ್ನಡ
Қазақша
català, valencià
한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語
hrvatski jezik
latine
latviešu valoda
lietuvių kalba
Lëtzebuergesch
bahasa Melayu, بهاس ملايو
Malti
македонски јазик
Papiamento
فارسی
Português brasileiro
rumantsch grischun
limba română
Gàidhlig
српски језик
slovenský jazyk
slovenski jezik
ไทย
český jazyk
Xitsonga
Setswana
Türkçe
magyar
اردو
Tiếng Việt
беларуская мова
isiXhosa
isiZulu
q
w
e
r
t
y
u
i
o
p
[
]
\
a
s
d
f
g
h
j
k
l
;
'
z
x
c
v
b
n
m
,
.
/
Ctrl + Alt
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
×
Wählen Sie die richtige Antwort
neuer Test
×
Entdecken Sie alle Paare in der kleinsten Anzahl von Zügen!
0
Treppe
Neues Spiel:
4x3
5x4
6x5
7x6
×
einloggen
einloggen
Einloggen
Anmelden oder E-Mail
Passwort
Einloggen
Passwort vergessen?
Sie haben noch kein Konto?
einloggen
einloggen
Erstellen Sie ein Konto
Starten Sie den Kurs als Geschenk :)
Kostenlos. Ohne Verpflichtungen. Kein Spam.
Ihre E-Mail-Adresse
Erstellen Sie ein Konto
Haben bereits ein Konto?
Ich akzeptiere die
Vorschriften
und
Datenschutzrichtlinie