czasowniki nieregularne kasia 11-19

 0    9 Datenblatt    grzegorzchmielewski6
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
ugryść, ukąsić
Lernen beginnen
bijten / beet/beten / hebben gebeten
wiązać
Lernen beginnen
binden/bond/bonden/hebben gebonden
dmuchać, wiać
Lernen beginnen
blazen/blies/bliezen/hebben geblazen
okazać się
Lernen beginnen
blijken / bleek - bleken / zijn gebleken
zostać
Lernen beginnen
blijven/bleef/bleven/zijn gebleven
piec mieso
Lernen beginnen
braden / braadde - braadden / hebben gebraden
psuć się
Lernen beginnen
breken / brak/braken / hebben gebroken
przynosić
Lernen beginnen
brengen/ bracht/ brachten/ hebben gebracht
kłaniać się komuś, wyginać
Lernen beginnen
buigen/boog/bogen/hebben gebogen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.