De ruimte - Space

 0    31 Datenblatt    Engnl1
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
de plaats
Kunnen we elkaar op een rustige plaats ontmoeten?
Lernen beginnen
place
Can we meet in a quiet place?
het toilet
Ik moet naar het toilet.
Lernen beginnen
toilet
I need to go to the toilet.
de kamer
Waar is mijn kamer?
Lernen beginnen
room
Where is my room?
het adres
Geef mij uw adres, alstublieft.
Lernen beginnen
address
Give me your address, please.
het gebouw
Dat is een zeer oud gebouw.
Lernen beginnen
building
This is a very old building.
de winkel
De winkel staat naast de bioscoop.
Lernen beginnen
shop
The shop is next to the cinema.
het restaurant
Ik hou niet van het eten in dat restaurant.
Lernen beginnen
restaurant
I don't like the food in this restaurant.
de pub
We gaan naar een pub om bier te drinken.
Lernen beginnen
pub
We're going to a pub to have a beer.
het ziekenhuis
De ambulance heeft hen naar een ziekenhuis gebracht.
Lernen beginnen
hospital
The ambulance took them to hospital.
de bioscoop
Heb je zin om naar de bioscoop te gaan?
Lernen beginnen
cinema
Do you fancy going to the cinema?
het theater
Theaterkaartjes zijn duur.
Lernen beginnen
theatre
Tickets to the theatre are expensive.
de stad
Deze stad slaapt nooit.
Lernen beginnen
city
This city never sleeps.
het stadscentrum
We ontmoeten mekaar in het stadscentrum.
Lernen beginnen
city centre
We'll meet in the city centre.
het station
Waar is het station?
Lernen beginnen
station
Where is the station?
de straat
Je moet de straat oversteken.
Lernen beginnen
street
You have to cross the street.
de bestemming
Wat is je bestemming?
Lernen beginnen
destination
What is your destination?
de aankomst
Je kunt het op het aankomstbord nagaan.
Lernen beginnen
arrival
You can check that on the arrivals board.
het vertrek
Kan je de vertrektijd van onze vlucht verifiëren?
Lernen beginnen
departure
Can you check the departure time for our flight?
daar
Oké, we kunnen daar mekaar ontmoeten.
Lernen beginnen
there
OK, we can meet there.
hier
Och, het is hier zo heet.
Lernen beginnen
here
Oh, it's so hot here.
in
Ik woon in Manchester.
Lernen beginnen
in
I live in Manchester.
op
Er staat een lamp op de tafel.
Lernen beginnen
on
There's a lamp on the table.
naar
Ik wil naar Londen gaan.
Lernen beginnen
to
I want to go to London.
uit
Ik kom uit Nederland.
Lernen beginnen
from
I come from the Netherlands.
aan de andere kant
Het postkantoor staat aan de andere kant van de straat.
Lernen beginnen
across
de locatie
The post office is across the street.
voor
Er is een zwembad voor het hotel.
Lernen beginnen
in front of
There's a swimming pool in front of the hotel.
achter
Het park bevindt zich achter het museum.
Lernen beginnen
behind
The park is behind the museum.
Ga rechtdoor.
Lernen beginnen
Go straight on.
Die kant op.
Lernen beginnen
Go this way.
Sla rechtsaf.
Lernen beginnen
Turn right.
Sla linksaf.
Lernen beginnen
Turn left.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.