das Wörterbuch Brasilianisches Portugiesisch Minus niederländisch

Português brasileiro - Nederlands, Vlaams

Casamento Holländisch:

1. Bruiloft Bruiloft


Hij was weduwnaar, maar een jaar na de bruiloft van zijn zoon hield hij het niet meer uit en trouwde zelf ook.
De bruiloft van de Romeinen is voorbij.