das Wörterbuch Brasilianisches Portugiesisch Minus niederländisch

Português brasileiro - Nederlands, Vlaams

satisfeito Holländisch:

1. verheugd verheugd


Als je met je vrienden komt, zal ik nog meer verheugd zijn.
Heb ik me de hele week erop verheugd dat het donderdag zou gaan sneeuwen, nou is het donderdag, sneeuwt 't niet!