→ Dom → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
ściana Na ścianie wiszą dwa ładne obrazy. Lernen beginnen		wand (de) Er hangen twee mooie schilderijen aan de wand.
okno Mama myje okna dwa razy w roku. Lernen beginnen		raam (het) De moeder lapt de ramen twee keer per jaar.
podłoga Dlaczego wycierasz podłogę? Jest brudna. Lernen beginnen		vloer (de) Waarom dweil jij de de vloer? Hij is vies.
dywan Ten dywan jest brudny. Lernen beginnen		tapijt (het) Dit tapijt is vies.
mieszkanie Edwin wynajmuje mieszkanie już trzy lata. Lernen beginnen		woning (de) Edwin huurt al drie jaar een woning.
salon Nasz salon jest mały i ciemny. Lernen beginnen		woonkamer (de) / huiskamer (de) Onze woonkamer / huiskamer is klein en donker.
pokój W pokoju stoi szafa. Lernen beginnen		kamer (de) Er staat een kast in de kamer.
toaleta Muszę iść do toalety. Lernen beginnen		toilet (het) Ik moet naar het toilet.
łazienka Gdzie jest łazienka? Lernen beginnen		badkamer (de) Waar is de badkamer?
kuchnia Kuchnia moich rodziców jest duża. Lernen beginnen		keuken (de) De keuken van mijn ouders is groot.
sypialnia Muszę pomalować sypialnię. Lernen beginnen		slaapkamer (de) Ik moet de slaapkamer schilderen.
ogród Dzieci bawią się w ogrodzie. Lernen beginnen		tuin (de) De kinderen spelen in de tuin.
schody Ona spadła że schodów. Lernen beginnen		trap (de) Zij viel van de trap.

Dom