Frage |
Antworten |
We moeten de voor- en nadelen goed afwegen. Lernen beginnen
|
|
Rozważać, ważyć (np. decyzję) Musimy dobrze rozważyć wady i zalety.
|
|
|
Zijn verklaring klinkt aannemelijk. Lernen beginnen
|
|
Wiarygodny, prawdopodobny Jego wyjaśnienie brzmi wiarygodnie.
|
|
|
Zijn betrokkenheid bij het project is bewonderenswaardig. Lernen beginnen
|
|
Jego zaangażowanie w projekt jest godne podziwu.
|
|
|
De regen belemmerde het zicht op de weg. Lernen beginnen
|
|
Deszcz utrudniał widoczność na drodze.
|
|
|
Hij is geneigd om te veel risico's te nemen. Lernen beginnen
|
|
On jest skłonny podejmować zbyt duże ryzyko.
|
|
|
Ik overweeg om van baan te veranderen. Lernen beginnen
|
|
|
|
|
De manager sprak hem aan op zijn fouten. Lernen beginnen
|
|
Rozliczać z, pociągać do odpowiedzialności Menedżer rozliczył go z jego błędów.
|
|
|
De organisatie behartigt de belangen van de werknemers. Lernen beginnen
|
|
Zajmować się, troszczyć się o Organizacja troszczy się o interesy pracowników.
|
|
|
Hij heeft het project volgens plan uitgevoerd. Lernen beginnen
|
|
Zrealizował projekt zgodnie z planem.
|
|
|
De leraar beoordeelt de opdrachten van de studenten. Lernen beginnen
|
|
Nauczyciel ocenia zadania studentów.
|
|
|
Hij probeerde het antwoord te ontwijken. Lernen beginnen
|
|
Próbował uniknąć odpowiedzi.
|
|
|
Het succes wordt toegeschreven aan hard werken. Lernen beginnen
|
|
Sukces przypisuje się ciężkiej pracy.
|
|
|
Hij heeft veel kennis verworven op de universiteit. Lernen beginnen
|
|
Zdobył dużą wiedzę na uniwersytecie.
|
|
|
Je moet je gezondheid niet veronachtzamen. Lernen beginnen
|
|
Nie powinieneś zaniedbywać swojego zdrowia.
|
|
|
Je moet de moeilijkheid van de taak niet onderschatten. Lernen beginnen
|
|
Nie powinieneś lekceważyć trudności tego zadania.
|
|
|
Hij heeft de verkeersregels overtreden. Lernen beginnen
|
|
Łamać (np. prawo, zasady)
|
|
|
De werkgever kwam de werknemers tegemoet met een loonsverhoging. Lernen beginnen
|
|
Wyjść naprzeciw (np. potrzebom) Pracodawca wyszedł naprzeciw pracownikom, podnosząc pensje.
|
|
|
Hij blinkt uit in wiskunde. Lernen beginnen
|
|
Wyróżnia się w matematyce.
|
|
|
Ze probeerde conflicten te vermijden. Lernen beginnen
|
|
Starała się unikać konfliktów.
|
|
|
Hij zet zich in voor duurzaamheid. Lernen beginnen
|
|
Angażuje się w zrównoważony rozwój.
|
|
|