→ Kamillo Nederlandski → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
Voorstellen Ik wil mij graag voorstellen. Lernen beginnen		Introduce I would like to introduce myself.
Opstaan Ik sta om 8 uur op. Lernen beginnen		To get up I get up at 8 o'clock.
Het is waar Het is waar wat hij zegt. Lernen beginnen		It's true It is true what he says.
Kijken Wij kijken naar een film. Lernen beginnen		Look We are watching a movie.
Vaak Ik ga vaak naar de gym. Lernen beginnen		Often I often go to the gym.
Nooit Hij komt nooit op tijd. Lernen beginnen		Never He never arrives on time.
Af en toe Af en toe drink ik koffie. Lernen beginnen		Every now and then I drink coffee from time to time.
Soms Soms regent het hier. Lernen beginnen		Sometimes Sometimes it rains here.
Altijd Zij is altijd vrolijk. Lernen beginnen		Always She is always cheerful.
Meestal Meestal werk ik thuis. Lernen beginnen		Generally Most of the time I work from home.
Ook Ik hou van muziek en ook van dansen. Lernen beginnen		Also I love music and also dancing.
Nu Ik werk nu. Lernen beginnen		Now I am working now.
Dat is leuk Je hebt een kat? Dat is leuk! Lernen beginnen		That's nice You have a cat? That's nice!
Na den Na den lunch gaan we wandelen. Lernen beginnen		After the After lunch we go for a walk.
Over We praten over het weer. Lernen beginnen		About We talk about the weather.
Verdergaan Laten we verdergaan met de les. Lernen beginnen		To proceed Let's continue with the lesson.
Wat doe jij graag Wat doe jij graag in je vrije tijd? Lernen beginnen		What do you like to do? What do you like to do in your free time?
Fietsen Ik fiets naar mijn werk. Lernen beginnen		Misuse I cycle to work.
Ik speel graag met de drum Ik speel graag met de drum. Lernen beginnen		I like to play the drums I like to play the drums.
Fotograferen Ik hou van fotograferen. Lernen beginnen		Photographing I like photographing.
Dezelfde/Hetzelfde We hebben dezelfde jas. Lernen beginnen		Same/The Same We have the same jacket.
Hun Hun auto is rood. Lernen beginnen		Their Their car is red.
Luisteren Ik luister naar muziek. Lernen beginnen		Listen I listen to music.
Afbeelding Kijk naar de afbeelding op de muur. Lernen beginnen		Image Look at the picture on the wall.
Gat Er zit een gat in mijn sok. Lernen beginnen		Hole There is a hole in my sock.
Een spel spelen Zij willen een spel spelen. Lernen beginnen		Playing a game They want to play a game.
Zien Ik zie een vogel. Lernen beginnen		See I see a bird.
Staan Zij staan in de rij. Lernen beginnen		To stand They are standing in the line.
Buiten De kinderen spelen buiten. Lernen beginnen		Outside The children are playing outside.
Omdat I‚Äôm not going because I‚Äôm sick. "Ik ga niet Lernen beginnen		Because omdat ik ziek ben."
In de ochtend Ik drink koffie in de ochtend. Lernen beginnen		In the morning I drink coffee in the morning.
Eergisteren Eergisteren was het maandag. Lernen beginnen		The day before yesterday The day before yesterday it was Monday.
Gisteren Gisteren was ik thuis. Lernen beginnen		Yesterday Yesterday I was at home.
Vandaag Vandaag werk ik thuis. Lernen beginnen		Today Today I work from home.
Morgen Morgen gaan we wandelen. Lernen beginnen		Tomorrow Tomorrow we will go for a walk.
Overmorgen Overmorgen begint de vakantie. Lernen beginnen		The day after tomorrow The day after tomorrow the holiday starts.
Ontbijt Ik eet ontbijt om 7 uur. Lernen beginnen		Breakfast I eat breakfast at 7.
Zwembad We gaan naar het zwembad. Lernen beginnen		Swimming pool We‚Äôre going to the swimming pool.
Eerste keer Het is mijn eerste keer hier. Lernen beginnen		First time It‚Äôs my first time here.
Omkleden Ik moet me omkleden. Lernen beginnen		Changing clothes I need to change clothes.
het Kleedhok Ik ben in het kleedhok. Lernen beginnen		Dressing room I am in the changing room.
Een douche nemen Ik ga een douche nemen. Lernen beginnen		Taking a shower I am going to take a shower.
Douchen Ik ga douchen. Lernen beginnen		Shower I‚Äôm going to shower.
Woordvolgorde omdraaien you need to reverse word order." Bij 'omdat' moet je de woordvolgorde omdraaien. Lernen beginnen		Reverse word order "With 'because'
Na de les Na de les gaan we koffie drinken. Lernen beginnen		After the class After the class we‚Äôll have coffee.
Flashcard Lernen beginnen		Flashcard
Vandaag Lernen beginnen		Today
morgen Lernen beginnen		tomorrow
gisteren Lernen beginnen		yesterday
eergisteren Lernen beginnen		day before yesterday
deze maand Lernen beginnen		this month
volgende week Lernen beginnen		next week
vorig jaar Lernen beginnen		last year
de aarde Lernen beginnen		earth, the Earth
de maan Lernen beginnen		the moon
Ik ben mijn pincode vergeten Lernen beginnen		I forgot my PIN code
Mag ik het opnieuw proberen? Lernen beginnen		Can I try again?
Mag ik een zakje? Lernen beginnen		Can I have a bag?
Dat is niet van mij Lernen beginnen		That's not mine
Ik ben oké maar moe Lernen beginnen		I'm okay but tired
Heb je plannen voor het weekend? Lernen beginnen		Do you have plans for the weekend?
Loop je graag? Lernen beginnen		Do you like walking?
Fiets je graag? Lernen beginnen		Do you like cycling?
Ik ga een auto kopen Lernen beginnen		I'm going to buy a car
Waar is het oplaadpunt? Lernen beginnen		Where is the charging point?
Mijn auto is kapot Lernen beginnen		My car is broken
Gaat het? Lernen beginnen		Are you OK?
Dit is geen fietspad! Lernen beginnen		This is not a bike path!
Pas op Lernen beginnen		Look after
Je bent te dik Lernen beginnen		You are too fat
Gaat u naar Leuven? Lernen beginnen		Are you going to Leuven?
Gelieve de bus te verlaten Lernen beginnen		Please exit the bus
Ik loop graag omdat het me kalmeert Lernen beginnen		I like walking because it calms me down
Kalmeer Lernen beginnen		Calm down
Sta recht Lernen beginnen		Stand up
Ga weg Lernen beginnen		Go away
Ik ga naar huis Lernen beginnen		I'm going home
Ik denk dat van mij is Lernen beginnen		I think that's mine
Mijn huis is groter dan het jouwe Lernen beginnen		My house is bigger than yours
huisdier Lernen beginnen		pet
Ik ben gaan lopen Lernen beginnen		I went for a walk
Ik ben naar Brussel gegaan om wafels te eten Lernen beginnen		I went to Brussels to eat waffles
Dit is lekker Lernen beginnen		This is delicious
Wees alsjeblieft voorzichtig Lernen beginnen		Please be careful
afstandbediening Lernen beginnen		remote control
Vloer Lernen beginnen		Floor
Hoe laat is het? Lernen beginnen		What time is it?
Hoe gaat het met je? Lernen beginnen		How are you?
Gaat deze trein naar het vliegveld? Lernen beginnen		Does this train go to the airport?
Today Vandaag is het mooi weer. Lernen beginnen		vandaag Today the weather is nice.
Tomorrow Ik ga morgen naar het werk. Lernen beginnen		morgen I'm going to work tomorrow.
Yesterday Gisteren heb ik een film gekeken. Lernen beginnen		gisteren Yesterday I watched a movie.
The day after yesterday Eergisteren zijn we naar de markt geweest. Lernen beginnen		eergisteren The day before yesterday we went to the market.
This month Ik krijg deze maand mijn salaris. Lernen beginnen		deze maand I get my salary this month.
Next week Volgende week heb ik vakantie. Lernen beginnen		volgende week Next week I have holidays.
Last Year Vorig jaar zijn we naar Frankrijk gegaan. Lernen beginnen		vorig jaar Last year we went to France.
Earth de aarde The Earth revolves around the sun. Lernen beginnen		De aarde draait rond de zon.
Moon de maan The moon is full tonight. Lernen beginnen		De maan is vannacht vol.
Sun de zon The sun is shining brightly today. Lernen beginnen		De zon schijnt vandaag fel.
Do you have protein skyr? Heb je eiwit-skyr in de winkel? Lernen beginnen		Heb je eiwit-skyr? Do you have protein skyr in the store?
I forgot my pin Sorry Sorry Lernen beginnen		Ik ben mijn pincode vergeten I forgot my pin. ik ben mijn pincode vergeten.
Can I try again? Mag ik het opnieuw proberen met de kaart? Lernen beginnen		Mag ik het opnieuw proberen? Can I try again with the card?
Can I get a bag? Mag ik een zakje voor de boodschappen? Lernen beginnen		Mag ik een zakje? Can I get a bag for the groceries?
That is not mine Sorry Sorry Lernen beginnen		Dat is niet van mij that is not mine. dat is niet van mij.
I'm good but tired Ik ben oké maar een beetje moe vandaag. Lernen beginnen		Ik ben oké maar moe I'm good but a bit tired today.
Do you have any plans for the weekend? Heb je al plannen voor het weekend? Lernen beginnen		Heb je plannen voor het weekend? Do you already have plans for the weekend?
Do you like running? Loop je graag in het park? Lernen beginnen		Loop je graag? Do you like running in the park?
Do you like cycling? Fiets je graag naar het werk? Lernen beginnen		Fiets je graag? Do you like cycling to work?
I need to buy a car Ik moet een auto kopen om naar het werk te gaan. Lernen beginnen		Ik moet een auto kopen I need to buy a car to go to work.
I will buy a car Ik ga een auto kopen volgende maand. Lernen beginnen		Ik ga een auto kopen I will buy a car next month.
Where is the charging station? Waar is het oplaadpunt voor elektrische auto's? Lernen beginnen		Waar is het oplaadpunt? Where is the charging station for electric cars?
My car is broken Mijn auto is kapot en ik moet hem laten maken. Lernen beginnen		Mijn auto is kapot My car is broken and I need to repair it.
Are you okay? Gaat het met jou? Lernen beginnen		Gaat het? Are you okay?
Stop Stop! Dat is gevaarlijk! Lernen beginnen		Stop Stop! That is dangerous!
This is not a cycling path! Careful Pas op Lernen beginnen		Dit is geen fietspad! this is not a cycling path! dit is geen fietspad!
Watch out Pas op voor de auto! Lernen beginnen		Pas op Watch out for the car!
You are too fat Sorry Sorry Lernen beginnen		Je bent te dik but the doctor says you are too fat. maar de dokter zegt dat je te dik bent.
Are you going to Leuven? Gaat u met deze bus naar Leuven? Lernen beginnen		Gaat u naar Leuven? Are you going to Leuven with this bus?
This is the last stop Dit is de laatste halte van de bus. Lernen beginnen		Dit is de laatste halte This is the last stop of the bus.
Please leave the bus Gelieve de bus te verlaten aan de laatste halte. Lernen beginnen		Gelieve de bus te verlaten Please leave the bus at the last stop.
I like running because it calms me down Ik loop graag omdat het me kalmeert na het werk. Lernen beginnen		Ik loop graag omdat het me kalmeert I like running because it calms me down after work.
Calm down Calm down Kalmeer Lernen beginnen		Kalmeer everything will be fine. alles komt goed.
Stand up Sta recht alsjeblieft. Lernen beginnen		Sta recht Please stand up.
Go away Ga weg en laat me met rust. Lernen beginnen		Ga weg Go away and leave me alone.
I am going home I'm tired Ik ben moe Lernen beginnen		Ik ga naar huis I'm going home. ik ga naar huis.
I think that is mine I think that is mine Ik denk dat dat van mij is Lernen beginnen		Ik denk dat dat van mij is thank you. dank je.
My house is bigger than yours Mijn huis is groter dan het jouwe maar minder gezellig. Lernen beginnen		Mijn huis is groter dan het jouwe My house is bigger than yours but less cozy.
Pet huisdier My pet is a cat. Lernen beginnen		Mijn huisdier is een kat.
I went for running Ik ben vanochtend gaan lopen in het park. Lernen beginnen		Ik ben gaan lopen I went running in the park this morning.
I went to Brussels to eat waffles Ik ben gisteren naar Brussel gegaan om wafels te eten. Lernen beginnen		Ik ben naar Brussel gegaan om wafels te eten I went to Brussels yesterday to eat waffles.
This is tasty Mmm Mmm Lernen beginnen		Dit is lekker this is tasty! dit is lekker!
Please be careful Wees alsjeblieft voorzichtig met het mes. Lernen beginnen		Wees alsjeblieft voorzichtig Please be careful with the knife.
Flour We hebben bloem nodig voor de pannenkoeken. Lernen beginnen		bloem We need flour for the pancakes.
Garden Mijn tuin heeft veel bloemen. Lernen beginnen		tuin My garden has many flowers.
Remote controller Waar is de afstandbediening van de tv? Lernen beginnen		afstandbediening Where is the TV remote controller?
Floor The floor is wet De vloer is nat Lernen beginnen		vloer be careful! pas op!
What time is it? Hoe laat is het nu? Lernen beginnen		Hoe laat is het? What time is it now?
Two large cappuccinos please Twee grote cappuccino’s alstublieft. Lernen beginnen		Twee grote cappuccino’s alstublieft Two large cappuccinos please.
How old are you? How old are you Hoe oud ben je Lernen beginnen		Hoe oud ben je? if I may ask? als ik vragen mag?
Does this train go to the airport? Gaat deze trein naar de luchthaven van Zaventem? Lernen beginnen		Gaat deze trein naar de luchthaven? Does this train go to Zaventem airport?
I am going on holiday next week Ik ga volgende week op vakantie naar Spanje. Lernen beginnen		Ik ga volgende week op vakantie I am going on holiday to Spain next week.
I will plan next lesson for May because I'm going on holiday Ik plan de volgende les in mei omdat ik op vakantie ga. Lernen beginnen		Ik plan de volgende les in mei omdat ik op vakantie ga I will plan next lesson for May because I'm going on holiday.
Tomorrow I have interview Morgen heb ik een sollicitatiegesprek bij dat bedrijf. Lernen beginnen		Morgen heb ik een sollicitatiegesprek Tomorrow I have an interview at that company.
How did it go? Hoe is het gesprek gegaan? Lernen beginnen		Hoe is het gegaan? How did the interview go?
My plane is delayed Mijn vliegtuig heeft vertraging van twee uur. Lernen beginnen		Mijn vliegtuig heeft vertraging My plane is delayed by two hours.
Ik kijk gewoon even, dank u Lernen beginnen		I'm just checking, thank you
k begrijp het niet Lernen beginnen		I don't understand
Kunt u dat herhalen? Lernen beginnen		Can you repeat that?
Een tafel voor twee, alstublieft Lernen beginnen		A table for two, please
Ik wil graag betalen Lernen beginnen		I would like to pay
Ik heb haast Lernen beginnen		I'm in a hurry
Hoe geraak ik aan het station? Lernen beginnen		How do I get to the station?
Is deze plaats vrij? Lernen beginnen		Is this seat available?
Wanneer komt de volgende tram? Lernen beginnen		When will the next tram arrive?
Waar kan ik een ticket kopen? Lernen beginnen		Where can I buy a ticket?
Kan ik hier mijn kaart opladen? Lernen beginnen		Can I top up my card here?
Ik huur een appartement Lernen beginnen		I rent an apartment
Wanneer is de vuilnisophaling? Lernen beginnen		When is the garbage collection?
De verwarming werkt niet Lernen beginnen		The heating is not working
Ik ben allergisch voor noten Lernen beginnen		I am allergic to nuts
Ik wil dit terugbrengen Lernen beginnen		I want to bring this back
Ik moet een dokter zien Lernen beginnen		I need to see a doctor
Ik ben nieuw hier Lernen beginnen		I am new here
Mijn bagage is kwijt Lernen beginnen		My luggage is lost
Ik weet het Lernen beginnen		I know
Ik weet het niet Lernen beginnen		I do not know
een tafel voor twee alsublieft Lernen beginnen		a table for two please
Ik kom mijn pakket ophalen Lernen beginnen		I'm coming to pick up my package
hoe was je week? Lernen beginnen		how was your week?
Je hebt gelijk Lernen beginnen		You are right
ik wist het Lernen beginnen		i knew it
k ben Nederlands aan het leren, maar ik moet nog veel leren Lernen beginnen		I am learning Dutch, but I still have a lot to learn
Nederlands lijkt op Engels en Duits Lernen beginnen		Dutch is similar to English and German
Achternaam Lernen beginnen		Surname
Beroep Lernen beginnen		Occupation
Elke dag ga ik naar school Lernen beginnen		Every day I go to school
Volgende week ga ik naar mijn nieuwe werk Lernen beginnen		Next week I'm going to my new job
Hier eten of meenemen? Lernen beginnen		Eat here or take away?

Kamillo Nederlandski

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr