→ Lekcja 3 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
szybko Lernen beginnen		snel
szybciej, szybszy Lernen beginnen		sneller
prędkość, szybkość Lernen beginnen		snelheid
powoli Lernen beginnen		langzaam
wolniej Lernen beginnen		langzamer
na pewno Lernen beginnen		zeker
bezpiecznik Lernen beginnen		zekering
ubezpieczenie Lernen beginnen		verzekering
niepewny Lernen beginnen		onzeker
Jestem niepewny Lernen beginnen		ik ben onzeker
pewność Lernen beginnen		zekerheid
Niebezpieczeństwo Lernen beginnen		gevaar
niebezpiecznie, niebezpieczny Lernen beginnen		gevaarlijk
bezpieczny, nieszkodliwy Lernen beginnen		ongevaarlijk
bez niebezpieczeństwa, bez obawy, Lernen beginnen		niet gevaarlijk
bez niebezpieczeństwa Lernen beginnen		zonder gevaar
długi, długo Lernen beginnen		lang
On jest wysoki Lernen beginnen		Hij is lang
krótki, krótko Lernen beginnen		kort
mały Lernen beginnen		klein
mały człowiek Lernen beginnen		klein mannetje
wysoki ----------(np. znak, budynek) Lernen beginnen		hoog
wysoki budynek Lernen beginnen		hoog gebouw
wysoka góra Lernen beginnen		hoog Berg
więzienie Lernen beginnen		gevangenis
więzienie (potocznie) Lernen beginnen		bajes
więzień, kryminalista Lernen beginnen		bajes klant
niskie budownictwo Lernen beginnen		laagbouw
mieszkanie Lernen beginnen		woning
domek jednorodzinny Lernen beginnen		een gezinswoning
rodzina(mąż, żona, dzieci) Lernen beginnen		gezin
rodzina (w szerszym znaczeniu) Lernen beginnen		familie
mieszkać Lernen beginnen		wonen
stary/a Lernen beginnen		oud
Młody Lernen beginnen		Jong
Starość, Podeszły wiek Lernen beginnen		Ouderdom
mąż Lernen beginnen		echtgenoot
żona Lernen beginnen		echtgenote
spokój Lernen beginnen		rust
spokojny, spokojnie Lernen beginnen		rustig
jestem spokojny Lernen beginnen		ik ben rustig
Jestem spokojny Lernen beginnen		ik ben kalm
niespokojny Lernen beginnen		onrustig
rdza, korozja Lernen beginnen		roest
ząb Lernen beginnen		tand
trzonowiec Lernen beginnen		kies
ból zęba Lernen beginnen		kiespijn
boli mnie ząb Lernen beginnen		Ik heb kiespijn
dentysta Lernen beginnen		tandarts
lekarz Lernen beginnen		arts
chory Lernen beginnen		ziek
jestem chory Lernen beginnen		Ik ben ziek
mam gorączkę Lernen beginnen		Ik heb koorts
gorączka Lernen beginnen		koorts
termometr Lernen beginnen		thermometer
lekarz ogólny (lekarz domowy) Lernen beginnen		huisarts
Umówić się na spotkanie Lernen beginnen		afspraak maken
Chce się umówić na spotkanie Lernen beginnen		Ik wil afspraak maken
przygotować Lernen beginnen		klaarmaken
ugotować jedzenie Lernen beginnen		eten klaarmaken
śniadanie Lernen beginnen		ontbijt
obiad Lernen beginnen		middagmaal
kolacja Lernen beginnen		avondeten
chętnie, tak poproszę Lernen beginnen		graag
Nie, dziękuję. Lernen beginnen		Nee bedankt
nie, dziękuję Ci. Lernen beginnen		nee dankjewel
w pisowni Lernen beginnen		in spelling
nie ma problemu Lernen beginnen		geen probleem
nie ma sprawy, to nic Lernen beginnen		geeft niks
nie martw się, nie ma sprawy Lernen beginnen		Maak je geen zorgen
nie ma za co Lernen beginnen		graag gedaan
Zapisz to. Lernen beginnen		schrijft het op
może, być może Lernen beginnen		misschien
Bądź ostrożny Lernen beginnen		voorzichtig!
Uważaj! Lernen beginnen		Kijk uit!
Proszę pomóż mi. Lernen beginnen		Help me alstublieft
jak się masz? Jak leci? Lernen beginnen		hoe gaat het
Wszystko w porządku! Dziękuję Lernen beginnen		alles goed, dank je!
Jest Ok, dziękuję Lernen beginnen		Het gaat Oké, dank je
nie zbyt dobrze, tak sobie Lernen beginnen		niet zo goed
a u Ciebie? Lernen beginnen		en met jou?
Co ostatnio porabiałeś? Lernen beginnen		Wat heb je gedaan de laatste tijd?
dużo w pracy, dużo pracy, zarobiony w pracy Lernen beginnen		veel aan het werk
Byłem bardzo zajęty. Lernen beginnen		Ik heb het erg druk gehad
Czy palisz? Lernen beginnen		Rook je?
Tak, palę Lernen beginnen		Ja ik rook
Nie, nie palę Lernen beginnen		Nee ik rook niet
Czy mogę zapalić? Lernen beginnen		Mag ik roken?
Chcesz papierosa? Lernen beginnen		Wil je een sigaret?
Czy masz ogień? Lernen beginnen		Heb je een vuurtje?
tak oczywiście Lernen beginnen		Ja hoor
nie, jasne że nie Lernen beginnen		Nee hoor
przygotowywać Lernen beginnen		voorbereiden

Lekcja 3

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr