les 4

 0    49 Datenblatt    justynagintowt89
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
w szkole
Lernen beginnen
op school
w pracy
Lernen beginnen
op het werk
w biurze
Lernen beginnen
op kantoor
byc na czas
Lernen beginnen
op tijd zijn
3ciego marca
Lernen beginnen
op 3 maart
w ten sposob
Lernen beginnen
op deze manier/ op die manier
przyjsc na wizyte
Lernen beginnen
op bezoek komen
dac Tobie
Lernen beginnen
aan jou geven
zapytac ciebie
Lernen beginnen
aan jou vragen
wisiec na scianie
Lernen beginnen
aan de muur hangen
siedziec przy stole
Lernen beginnen
aan tafel zitten
studiowac na uniwersytecie
Lernen beginnen
studeren aan de universiteit
na suficie
Lernen beginnen
aan het plafond
do siebie nawzajem
Lernen beginnen
aan elkaar
oni podaja sobie nawzajem ksiazki
Lernen beginnen
ze geven de boeken aan elkaar
pisujemy do siebie listy
Lernen beginnen
we schrijven brieven aan elkaar
dzieci opowiadaja sobie nawzajem sekrety
Lernen beginnen
de kinderen vertellen geheimen aan elkaar
smieja sie do siebie
Lernen beginnen
ze lachen aan elkaar
pomagamy sobie nawzajem
Lernen beginnen
wij helpen aan elkaar
sasiedzi pozyczaja sobie nawzajem rzeczy
Lernen beginnen
de buren lenen spullen aan elkaar
zatrzymac sie u kogos
Lernen beginnen
bij iemand logeren
w ten weekend nocuje u mojej kolezanki
Lernen beginnen
ik ga dit weekend bij mijn vriendin logeren
nasze dzieci nocuja u dziadkow
Lernen beginnen
onze kinderen logeren bij hun grootouders
czy moge u ciebie przenocowac?
Lernen beginnen
Kan ik bij u overnachten? / mag ik bij jou logeren?
on lubi nocowac u swojego kuzyna
Lernen beginnen
hij vindt het leuk om bij zijn neef te logeren
dzis wieczorem nocujemy u znajomych
Lernen beginnen
we logeren vanavond bij vrienden
miec przy sobie
Lernen beginnen
bij zich hebben
mam przy sobie klucz
Lernen beginnen
Ik heb de sleutel bij me
on nie ma przy sobie telefonu
Lernen beginnen
hij heeft zijn telefoon niet bij zich
ona zawsze ma przy sobie wode
Lernen beginnen
ze heeft altijd water bij zich
masz przy sobie dowod?
Lernen beginnen
Heb je een identiteitsbewijs bij je?
podczas jedzenia/ picia
Lernen beginnen
bij het eten/drinken
cztery na piec
Lernen beginnen
vier bij vijf
nie mamy przy sobie pieniedzy
Lernen beginnen
we hebben geen geld bij ons
stol ma wymiary cztery na piec metrow
Lernen beginnen
de tafel is vier bij vijf meter
zdjecie ma wymiary 4 na 5 centymetrow
Lernen beginnen
de foto is vier bij vijf centimeter
w ciagu tygodnia
Lernen beginnen
door de week
w ciagu tygodnia wstaje wczesnie
Lernen beginnen
door de week sta ik vroeg op
w dni powszednie pracuje do piatej
Lernen beginnen
door de week werk ik tot vijf uur
w tygodniu on czesto gotuje szybko
Lernen beginnen
Door de week kookt hij vaak snel
nie uprawiamy sportu w tygodniu
Lernen beginnen
wij sporten door de week niet
w tygodniu prawie nie ogladam telewizji
Lernen beginnen
door de week kijk ik bijna geen tv
patrzec przez okno
Lernen beginnen
door het raam kijken
w nocy
Lernen beginnen
in de nacht
patrze przez okno, zeby sprawdzic czy nie pada
Lernen beginnen
Ik kijk door het raam om te zien of het regent.
On lubi patrzec przez okno podczas podrozy pociagiem.
Lernen beginnen
Hij kijkt graag door het raam tijdens de treinreis.
Ona patrzy przez okno na ogrod
Lernen beginnen
Ze kijkt door het raam naar de tuin.
Dzieci patrza przez okno na przejezdzajace samochody
Lernen beginnen
De kinderen kijken door het raam naar de voorbijgaande auto's
Patrzymy przez okno, zeby zobaczyc kto nadchodziq
Lernen beginnen
We kijken door het raam om te zien wie er komt

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.