→ M → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Jaki jest powód? Lernen beginnen		Wat is de reden?
A pozatym? Lernen beginnen		En verder?
Włożyłem to do samochodu. Lernen beginnen		Ik heb het in de auto gestoken.
Jutro wszyscy pójdziemy głosować Lernen beginnen		Morgen gaan we allemaal stemmen
Postaw krzesło z przodu. Lernen beginnen		Zet de stoel ervoor.
Drzewo daje dużo cienia. Lernen beginnen		De boom geeft veel schaduw.
Gdzieś zgubiłem klucze. Lernen beginnen		Ik ben mijn sleutels ergens kwijt.
Czy muszę zapłacić dodatkowo? Lernen beginnen		Of moet ik extra betalen
Czy jest to wliczone w cenę? Lernen beginnen		Is dat in de prijs inbegrepen?
Kupiłem samochód, ale jeszcze go nie odebrałem. Lernen beginnen		Ik heb de auto gekocht maar nog niet opgehaald.
tak czy siak Lernen beginnen		in ieder geval
Dorastałem w Polsce. Lernen beginnen		Ik ben in Polen opgegroeid.
doznał kontuzji podczas meczu. Lernen beginnen		hij raakte geblesseerd tijdens de wedstrijd.
Kiedy byłem mały Lernen beginnen		Toen ik klein was
Już wcześniej to próbowałem. Lernen beginnen		Ik heb het eerder geprobeerd.
zmagałem sie z nadmiarem pracy. Lernen beginnen		Ik kampte met te veel werk.
Mecz był emocjonujący Lernen beginnen		De wedstrijd was spannend
Płakałam ze smutku Lernen beginnen		Ik huilde van verdriet
Ma pewien sposób pracy. Lernen beginnen		Hij heeft een bepaalde manier van werken.

m