Moja lekcja

 0    530 Datenblatt    wojciechszabla4
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Aandachtig
Lernen beginnen
uważnie
Aandoen
Doe de jas aan!
Lernen beginnen
zakładać
Załóż kurtkę!
aangaan
Lernen beginnen
zaczynać coś (relacje)
aanhouden
Lernen beginnen
trwać, zatrzymać się
aankijken
Lernen beginnen
patrzeć na
aanleg
Lernen beginnen
predyspozycja
aanmerking
Lernen beginnen
uwaga, komentarz
aanpassen
Lernen beginnen
adoptować się
aansluiten
Lernen beginnen
łączyć
aanspreken
Lernen beginnen
skierować (to address)
aantasten
Lernen beginnen
odziaływać
aantekening
Lernen beginnen
notatka
aantonen
Lernen beginnen
demonstrować, udowadniać
aanwijzen
Lernen beginnen
zwrócić uwage (to point out)
aards
Lernen beginnen
wordly
achterover
Lernen beginnen
chill out
achteruit
Lernen beginnen
cofać się
afgezien
Lernen beginnen
pomimo
afkeer
Lernen beginnen
niecheć
afleggen
Lernen beginnen
tracić do czegoś
afleiden uit
Lernen beginnen
wywnioskować
afloop
Lernen beginnen
zakończenie
afnemen
Lernen beginnen
zmniejszać się
afschuwelijk
Lernen beginnen
okropny
afsluiten
Lernen beginnen
zamknąć/ zakończyć
afspelen
Lernen beginnen
grać (film na tv), take place
afwijzen
Lernen beginnen
odrzucić
alsmede
Lernen beginnen
tak jak
alvorens
Lernen beginnen
przed
anderhalf
Lernen beginnen
półtora
angstig
Lernen beginnen
niespokojny
avontuur
Lernen beginnen
przygoda
baard
Lernen beginnen
broda
barsten
Lernen beginnen
pękać
bedacht
Lernen beginnen
pojąć, change your mind
bedekken
Lernen beginnen
okryć
bedienen
Lernen beginnen
obsługiwać
bedragen
Lernen beginnen
ilości (pieniądze tylko)
beet
Lernen beginnen
ugryzienie
begeleiden
Lernen beginnen
towarzyszyć, to guide you
begeven
Lernen beginnen
to fail
behouden
Je moet herhalen om kennis te behouden.
Lernen beginnen
zatrzymać
Musisz powtarzać, aby zachować wiedzę.
bejaarde
Lernen beginnen
starsi
bekennen
Lernen beginnen
wyznać
belachelijk
Lernen beginnen
śmieszny
belofte
Lernen beginnen
obietnica
bemanning
Lernen beginnen
załoga
bemoeien
Lernen beginnen
kolidować
benaderen
Lernen beginnen
podejść (to approach)
beogen
Lernen beginnen
cel
beroemen
Lernen beginnen
przechwalać się
beschaving
Lernen beginnen
cywilizacja
bescheiden
Lernen beginnen
skromny
besloten
Lernen beginnen
prywatny
bespreking
Lernen beginnen
spotkanie
bestemmen
Lernen beginnen
przeznaczczonym byc do czegoś
bestrijden
Lernen beginnen
zwalczać, kłócić się
betreffende
Lernen beginnen
regarding to
betrokkene
Lernen beginnen
zaangażowany
bevallen
Lernen beginnen
rodzić, (pasować ubranie)
beven
Lernen beginnen
trząść się
bevredigen
Lernen beginnen
zadowalać
bevrijding
Lernen beginnen
uwolnienie
bezien
Lernen beginnen
okazać się (zobaczymy)
bijdragen
Lernen beginnen
przyczynić się, wnieść wkład
bijeen
Lernen beginnen
razem
bijeenkomst
Lernen beginnen
zebranie
bladzijde
Lernen beginnen
strona
blank
Lernen beginnen
biały
blind
Lernen beginnen
ślepy
bloeien
Lernen beginnen
kwitnąć
bocht
Lernen beginnen
zakręt
boel
Lernen beginnen
dużo
brullen
Lernen beginnen
ryczeć
bundel
Lernen beginnen
pakiet
cirkel
Lernen beginnen
koło
citeren
Lernen beginnen
cytować
dal
Lernen beginnen
dolina
datgene
Lernen beginnen
o tym
degelijk
Lernen beginnen
solidny
dekken
Lernen beginnen
nakryć
denkbaar
Lernen beginnen
wyobrażalny
denkbeeld
Lernen beginnen
postrzeganie (point of view
derhalve
Lernen beginnen
z powodu tego
deskundige
Lernen beginnen
ekspert
destijds
Lernen beginnen
wtedy (at the time)
diepte
Lernen beginnen
głębokość
dimensie
Lernen beginnen
wymiar
doeleinde
Lernen beginnen
cel
dol
Lernen beginnen
dizzy
doorbreken
Lernen beginnen
przebić się
doorbrengen
Lernen beginnen
spędzać czas
doorgaans
Lernen beginnen
zwykle
draad
Lernen beginnen
drut
drogen
Lernen beginnen
suszy©
druif
Lernen beginnen
winogrono
druppel
Lernen beginnen
kropla
duiden
Lernen beginnen
wskazać
duim
Lernen beginnen
kciuk
duister, duisternis
Lernen beginnen
ciemno, ciemność
eend
Lernen beginnen
kaczka
eigenaardig
Lernen beginnen
szczególny
eigendom
Lernen beginnen
własność
ellende
Lernen beginnen
nędza
engel
Lernen beginnen
anioł
enzovoort
Lernen beginnen
i tak dalej
erkenning
Lernen beginnen
rozpoznanie
ernst
Lernen beginnen
powaga
Falen
Lernen beginnen
to fail
familielid
Lernen beginnen
członek rodziny
flat
Lernen beginnen
mieszkanie
gebed
Lernen beginnen
modlitwa
geduld
Lernen beginnen
cierpliwość
geheimzinnig
Lernen beginnen
tajemniczy
genoegen
Lernen beginnen
przyjemność
geraakt
Hij is beroemd geraakt.
Lernen beginnen
trafić, uderzyć, dokonać
Stał się sławny.
geraken
Lernen beginnen
dostać sie gdzieś
gereed
Lernen beginnen
gotowy
geslacht
Lernen beginnen
płeć
getal
Lernen beginnen
liczba
getuige
Lernen beginnen
świadek
getuigen
Lernen beginnen
świadczyć o czymś
gevangene
Lernen beginnen
więzień
gevecht
Lernen beginnen
walka (fight)
geweten
Lernen beginnen
sumienie
gieten
Lernen beginnen
polewać
gillen
Lernen beginnen
krzyczeć
gloeien
Lernen beginnen
rozjarzony, rozwietlony
goddelijk
Lernen beginnen
boski
godsdienstig
Lernen beginnen
wiara
graaf
Lernen beginnen
Hrabia
graf
Lernen beginnen
grób
grap
Lernen beginnen
żart
grijnzen
Lernen beginnen
szczerzyć zęby
grinniken
Lernen beginnen
chihotać
grof
Lernen beginnen
szorstki
grommen
Lernen beginnen
warczeć
grondig
Lernen beginnen
dokładnie
grotendeels
Lernen beginnen
w dużej mierze
gunnen
Lernen beginnen
darować, ofiarować
hal
Lernen beginnen
hol
handig
Lernen beginnen
użyteczny
haten, haat
Lernen beginnen
nienawidzić, nienawiść
haven
Lernen beginnen
port morski
hechten
Lernen beginnen
dołączać, to attach
heden
Lernen beginnen
obecnie, dnia dzisiejszego
heftig
Lernen beginnen
zaciekle, silnie
held
Lernen beginnen
bohater
helling
Lernen beginnen
nachylenie
herhaaldelijk
Lernen beginnen
powtarzalnie (repeatedly
herstel
Lernen beginnen
recovery
hertog
Lernen beginnen
książe
hetzij
Lernen beginnen
zarówno
heup
Lernen beginnen
biodro
heus
Lernen beginnen
really
hijgen
Lernen beginnen
dyszeć
hitte
Lernen beginnen
heat (ciepło)
hoeverre
Lernen beginnen
w jakim stopniu
hoezeer
Lernen beginnen
jak bardzo
Hollen
Lernen beginnen
biegać
Hulpverlening
Lernen beginnen
wsparcie, (assistance)
Identiteit
Lernen beginnen
tożsamość
indeling
Lernen beginnen
układ
Indrukwekkend
Lernen beginnen
imponujący
Industrie, industrieel
Lernen beginnen
przemysł, przemysłowy
Ingrijpen
Lernen beginnen
interweniować
inleiding
Lernen beginnen
wprowadzenie
inrichten
Lernen beginnen
umeblować, urządzić
inspanning
Lernen beginnen
wysiłek
instellen
Lernen beginnen
ustawiać
inzet
Lernen beginnen
wysiłek, zakład
inzien
Lernen beginnen
wgląd
jaarlijks
Lernen beginnen
rocznie
jarenlang
Lernen beginnen
przez lata
juridisch
Lernen beginnen
prawny
justitie
Lernen beginnen
departament sprawiedliwości
kabinet
Lernen beginnen
koalicja
kapitaal
Lernen beginnen
kapitał
kasteel
Lernen beginnen
zamek
keizer
Lernen beginnen
cesarz
kin
Lernen beginnen
broda (chin)
klagen
Lernen beginnen
skarżyć się (complain)
klank
Lernen beginnen
dźwięk
klemmen
Lernen beginnen
zaciskać
klok
Lernen beginnen
zegar
klooster
Lernen beginnen
klasztor
knippen
Lernen beginnen
ciąć, strzyć
knoop
Lernen beginnen
guzik
knop
Lernen beginnen
przycisk
koesteren
Lernen beginnen
miłować
kogel
Lernen beginnen
nabój
kooi
Lernen beginnen
klatka
kortom
Lernen beginnen
w skrócie
kostbaar
Lernen beginnen
cenny
kou
Lernen beginnen
zimno
kraken
Lernen beginnen
rozłupać
kreunen
Lernen beginnen
jęczeć
kroon
Lernen beginnen
korona
kwaad
Wees niet kwaad op hem.
Lernen beginnen
zły, źle
Nie bądź na niego zły.
kwart
Lernen beginnen
ćwierć
kweken
Lernen beginnen
kultywować
laars
Lernen beginnen
but
laken
Lernen beginnen
prześcieradło
landelijk
Lernen beginnen
ogólno państwowe
langdurig
Lernen beginnen
długotrwale
langzamerhand
Lernen beginnen
stopniowo
leek
Lernen beginnen
laik
leeuw
Lernen beginnen
lew
lengte
Lernen beginnen
długość
letterlijk
Lernen beginnen
dosłownie
liegen, leugen
Lernen beginnen
kłamać, kłamstwo
lift
Lernen beginnen
winda
logeren
Lernen beginnen
zostać (na noc)
lokken
Lernen beginnen
zwabić
loslaten
Lernen beginnen
odpuścić sobie
lossen
Lernen beginnen
rozładowywać
louter
Lernen beginnen
jedynie
machtig
Lernen beginnen
potężny
materieel
Lernen beginnen
materiał
mededeling
Lernen beginnen
komunikat
meerderheid
Lernen beginnen
większość
meid
Lernen beginnen
dziewczyna
mengen
Lernen beginnen
to mix
menigte
Lernen beginnen
tłum
mensheid
Lernen beginnen
ludzkość
meten
Lernen beginnen
mierzyć, pomiar
ministerie
Lernen beginnen
ministerstwo
mis
Lernen beginnen
żle (wrong
mislukken
Lernen beginnen
nie udać się, zawieść
nabij
Lernen beginnen
blisko
nadrukkelijk
Lernen beginnen
dobitnie
nagaan
Lernen beginnen
sprawdzić
nalaten
Lernen beginnen
to leave behind
natie
Lernen beginnen
naród
neef
Lernen beginnen
kuzyn
neerleggen
Lernen beginnen
odłożyć
negeren
Lernen beginnen
ignorować
nest
Lernen beginnen
gniazdo
nimmer
Lernen beginnen
nigdy
nood
Lernen beginnen
potrzeba (emergency)
nota
Lernen beginnen
faktura
nut
Lernen beginnen
przydatność
objectief
Lernen beginnen
objektywnie
oever
Lernen beginnen
wybrzeże
ofwel
Lernen beginnen
zarówno
omdraaien
Lernen beginnen
obrócić się, zawrócić
omgekeerd
Lernen beginnen
odwrotnie
omkeren
Lernen beginnen
obrócić się
omlaag
Lernen beginnen
w dół
omringen
Lernen beginnen
otaczać
omstreeks
Lernen beginnen
about
onderbreken
Lernen beginnen
przerwać (to interrupt)
onderdrukken
Lernen beginnen
stłumić
onderhouden
Lernen beginnen
utrzymać
ondervinden
Lernen beginnen
doświadczać
onderwerpen
Lernen beginnen
podporządkować
onderwijzer
Lernen beginnen
nauczyciel
oneindig
Lernen beginnen
niekończący się
ongerust
Lernen beginnen
zmartwiony
onschuldig
Lernen beginnen
niewinny
ontdekking
Lernen beginnen
odkrycie
onthouden
Lernen beginnen
zapamiętać
ontlenen
Lernen beginnen
czerpać
onttrekken
Lernen beginnen
wycofać się
ontwaken
Is hij al ontwaakt?
Lernen beginnen
budzić kogoś
Czy on już się obudził?
ontwerpen
Lernen beginnen
to design
onverschillig
Lernen beginnen
obojętny
onzichtbaar
Lernen beginnen
niewidzialny
onzin
Lernen beginnen
nonsens
oorsprong
Lernen beginnen
pochodzenie (origin)
opbouwen
Lernen beginnen
tworzyć
opbrengen
Lernen beginnen
profit, rzultat
opgaan
Lernen beginnen
dać sie poniść
opgeven
Lernen beginnen
poddać się
opgroeien
Lernen beginnen
dorastać
opheffen
Lernen beginnen
anulować
opleggen
Lernen beginnen
narzucać
oplopen
Lernen beginnen
zwiększać, złapać (chorobe, Mandat)
opmerkelijk
Lernen beginnen
znakomity
opsluiten
Lernen beginnen
zamknąć
opstand
Lernen beginnen
rebelia
optrekken
Lernen beginnen
podciągać się
opvangen
Lernen beginnen
łapać
opvatten
Lernen beginnen
interpretować
opvoeding
Lernen beginnen
edukacja
opwekken
Lernen beginnen
rozniecić
opwinden, opwinding
Lernen beginnen
ekscytować się, ekscytacja
opzetten
Lernen beginnen
konfigurować
opzoeken
Lernen beginnen
sprawdzać
ouderwets
Lernen beginnen
staro modny
overblijven
Lernen beginnen
pozostawać
overbodig
Lernen beginnen
niepotrzebne
overbrengen
Lernen beginnen
transferować
overdag
Lernen beginnen
w ciągu dnia
overeenstemming
Lernen beginnen
umowa
overgang
Lernen beginnen
tranzycja, (przejście), Menopauza
overheersen
Lernen beginnen
zdominować
overlaten
Lernen beginnen
zostawiać coś
overleven
Lernen beginnen
przetrwać
overweging
Lernen beginnen
consideratiom
overwinnen
Lernen beginnen
przezwyciężać
overwinning
Lernen beginnen
zwycięstwo
overzicht
Lernen beginnen
przegląd, overview
paleis
Lernen beginnen
pałac
particulier
Lernen beginnen
prywatnie
passage
Lernen beginnen
przejście
peinzen
Lernen beginnen
zamartwiać sie problemami
penning
Lernen beginnen
medal
pijp
Lernen beginnen
rura
Plafond
Lernen beginnen
sufit
plank
Lernen beginnen
półka
planning
Lernen beginnen
harmonogram
plots, plotseling
Lernen beginnen
nagły, nagle
pols
Lernen beginnen
nadgarstek
primair
Lernen beginnen
podstawowy
puur
Ik heb een bloes van pure zijde gekocht.
Lernen beginnen
pure
Kupiłam bluzkę z czystego jedwabiu.
raden
Raad wie terug is!
Lernen beginnen
zgadywać
Zgadnijcie kto wrócił?
ramp
Lernen beginnen
katastrofa
rat
Lernen beginnen
szczur
recent
Lernen beginnen
niedawny, ostatni
rechtbank
Lernen beginnen
sąd
rechtop
Lernen beginnen
pionowo
reiken
Lernen beginnen
sięgać
reusachtig
Lernen beginnen
olbrzymi
rijp
Lernen beginnen
dojrzały
rondom
Lernen beginnen
dookoła
rots
Lernen beginnen
skała
ruw
Lernen beginnen
szorstki
samenhang
Lernen beginnen
spójność
samenhangen
Lernen beginnen
idzie w parze
samenstelling
Lernen beginnen
kompozycja
schaap
Lernen beginnen
owca
schamen
Lernen beginnen
wstydzić się
schat
Lernen beginnen
skarb
schatten
Lernen beginnen
oszacować
scheiding
Lernen beginnen
rozwód
schelen
Lernen beginnen
robić różnice
schema
Lernen beginnen
schemat
schetsen
Lernen beginnen
szkicować
scheuren
Lernen beginnen
rozerwać
schijn
Lernen beginnen
wygląd
schijnbaar
Lernen beginnen
widocznie
schilder
Lernen beginnen
malarz
schilderij
Lernen beginnen
obraz
schitteren
Lernen beginnen
świecić
schok, schokken
Lernen beginnen
szok, szokować
schoppen
Schop de bal zo hard als je kan.
Lernen beginnen
kopać
Kopnij piłkę najmocniej jak potrafisz.
schuilen
Lernen beginnen
schronić
schuin
Lernen beginnen
ukośny
sindsdien
Lernen beginnen
od wtedy
slang
Lernen beginnen
wąż
slank
Ruben is zeer lang en slank.
Lernen beginnen
szczupły
Ruben jest bardzo wysoki i szczupły.
slap
Lernen beginnen
słaby
slepen
Lernen beginnen
holować
slingeren
Lernen beginnen
huśtać się
slok
Lernen beginnen
łyk (coli)
smeken
Lernen beginnen
żebrać
snappen
Lernen beginnen
rozumieć
sparen
Lernen beginnen
oszczędzać
spotten
Lernen beginnen
drwić
spreiden
Lernen beginnen
rozsprzestrzeniać
spul
Lernen beginnen
staff
staart
Lernen beginnen
ogon
staf
Lernen beginnen
personel
stam
Lernen beginnen
plemię
stapel
Lernen beginnen
stos
stedelijk
Lernen beginnen
miejski
steil
Lernen beginnen
stromy
stel
Lernen beginnen
zestaw
stelen
Iemand heeft mijn handtas gestolen.
Lernen beginnen
kraść
Ktoś ukradł mi torebkę!
stelsel
Lernen beginnen
układ, system
Stichten, Stichting
Lernen beginnen
zakładać (founding), fundacja
Stok
Lernen beginnen
kij
Storen
Lernen beginnen
przeszkadzać
Straal
Lernen beginnen
promień
Straffen
Lernen beginnen
karać
Stralen
Lernen beginnen
świecić, radiacja
Streven
Lernen beginnen
dążyć
Strikt
Lernen beginnen
strict
Stroming
Lernen beginnen
flow, obecny, spływ (wody)
Struik
Lernen beginnen
krzak
Stuiten
Lernen beginnen
ofending
Tal
Lernen beginnen
liczba
talloos
Lernen beginnen
niezliczony
talrijk
Lernen beginnen
liczny
tasten
Lernen beginnen
iść po omacku
tegenkomen
Onderweg hebben we een paar problemen tegengekomen.
Lernen beginnen
natknąć się
Po drodze napotkaliśmy kilka problemów.
tekort
Lernen beginnen
niedobór
teleurstellen
Lernen beginnen
zawieść
tempel
Lernen beginnen
świątynia
teneinde
Lernen beginnen
na koniec, po ostatnie
tent
Lernen beginnen
namiot
terechtkomen
Lernen beginnen
skończyć
terugkeer
Lernen beginnen
powrót
thema
Lernen beginnen
motyw
tijdstip
Lernen beginnen
pora dnia
tikken
Lernen beginnen
stukać
tillen
Lernen beginnen
podnosić
toekennen
Lernen beginnen
dotować
toelaten
Lernen beginnen
pozwolić
toestaan
Lernen beginnen
pozwolić
toestel
Lernen beginnen
urządzenie
toestemming
Lernen beginnen
pozwolenie
toeval
Lernen beginnen
zbieg okoliczności
toneel
Lernen beginnen
scena
touw
Lernen beginnen
lina
trappen
Lernen beginnen
kick
uitbreiden, uitgebreid
Lernen beginnen
rozszerzać, rozległy
uitdrukken
Lernen beginnen
wyrażać
uiteen
Lernen beginnen
niezależnie (apaart
uitgever
Lernen beginnen
wydawca
uitsteken
Lernen beginnen
wystawać
uitstrekken
Lernen beginnen
rozciągać
uitwerking
Lernen beginnen
opracowanie
uitzicht
Lernen beginnen
widok
vaardigheid
Lernen beginnen
umiejętność
vaart
Lernen beginnen
szybkość
val
Lernen beginnen
upadek
vals
Lernen beginnen
fałszywy
variëren variatie
Lernen beginnen
różnić się, wariacja
vastleggen
Lernen beginnen
zdobyć
vel
Lernen beginnen
skóra
venster
Lernen beginnen
okno
verbeelding
Lernen beginnen
wyobraźnia
verbetering
Lernen beginnen
ulepszenie
verblijf
Lernen beginnen
pobyt
verbranden
Lernen beginnen
spalać
verbreken
Lernen beginnen
rozłączyć
verdiepen
Lernen beginnen
pogłębiać
verdrag
Lernen beginnen
umowa (agreement)
verdragen
Lernen beginnen
znieść, przetrwać
verf
Lernen beginnen
farba
vergen
Lernen beginnen
wymagać (dużo czasu)
vergezellen
Lernen beginnen
towarzyszyć
vergroten
Lernen beginnen
powiększać
verheffen
Lernen beginnen
podnosić
verhinderen
Lernen beginnen
zapobiegać
verlichten
Lernen beginnen
rozświetlić
verliefd
Ik ben op de vrouw van mijn baas verliefd geworden.
Lernen beginnen
zakochany
Zakochałem się w żonie mojego szefa.
vermengen
Lernen beginnen
mieszać
vermoeden
Lernen beginnen
podejrzewać
vernemen
Lernen beginnen
nauczyć się, usłyszeć
vernieuwing
Lernen beginnen
odnowienie
veronderstelling
Lernen beginnen
założenie
veroordelen
Lernen beginnen
skazywać
veroveren
Lernen beginnen
podbijać, zdobywać
verplaatsen
Lernen beginnen
relokować
verplicht, verplichten
Lernen beginnen
zobligowany, obligować
verraden
Lernen beginnen
zdradzać kogoś
verstrekken
Lernen beginnen
zapewnić
vertegenwoordiger
Lernen beginnen
przedstawiciel
vervaardigen
Lernen beginnen
wytwarzać, manufacture
vervuld
Lernen beginnen
spełniony
verwaarlozen
Lernen beginnen
zaniedbywać
verwant
Lernen beginnen
related
verwijten
Lernen beginnen
obwiniać
verwonderen
Lernen beginnen
zadziwiać
verzameling
Lernen beginnen
kolekcja
verzekeren
Lernen beginnen
zapewniać kogoś
verzetten
Lernen beginnen
przecistawiać się
verzinnen
Lernen beginnen
wymyślać
verzoeken
Vandaag verzoeken we onze baas om salarisverhoging.
Lernen beginnen
rządać (to request)
Dziś poprosimy szefa o podwyżkę.
verzorgen
Lernen beginnen
opiekować się
vlakte
Lernen beginnen
Równina
vlam
Lernen beginnen
płomień
vlek
Lernen beginnen
plama
vleugel
Lernen beginnen
skrzydło
vloeien
Lernen beginnen
flow
vloeken
Lernen beginnen
przeklinać
vocht
Lernen beginnen
wilgoć
voeden, voeding
Lernen beginnen
karmić, odżywianie
voltrekken
Lernen beginnen
ukończyć
vooraf
Lernen beginnen
przed
voorafgaan
Lernen beginnen
poprzedzać
voorbij
Lernen beginnen
przeszłe, to koniec
voorbijgaan
Lernen beginnen
przejść obok
voordeur
Lernen beginnen
drzwi wejściowe
voorgaande
Lernen beginnen
posiadać coś w danym momencie
voorgoed
Lernen beginnen
na zawsze
voorjaar
Lernen beginnen
wiosna
voorkomen
Lernen beginnen
wygląd, zabobiegać
voorover
Lernen beginnen
naprzód
voorraad
Lernen beginnen
zbiory
voorschrift
Lernen beginnen
recepta
voorspellen
Lernen beginnen
przewidywać
voortaan
Lernen beginnen
od teraz
voortkomen
Lernen beginnen
wywodzić się
voortzetten
Lernen beginnen
kontynuować
vooruitgang
Lernen beginnen
postęp
vouwen
Lernen beginnen
składać
vraagstuk
Lernen beginnen
pytanie
vriendschap
Lernen beginnen
przyjaźń
vuist
Lernen beginnen
pięść
waarderen, waardering
Lernen beginnen
doceniać, docenienie
waarschuwing
Lernen beginnen
ostrzeżenie
wanhopig
Lernen beginnen
zrospaczony
wederzijds
Lernen beginnen
wzajemnie
weergeven
Lernen beginnen
wykazywać (to display)
weerstand
Lernen beginnen
odporność
welzijn
Lernen beginnen
well being
werkloosheid
Lernen beginnen
bezrobocie
wettelijk
Lernen beginnen
prawny
wezenlijk
Lernen beginnen
w zasadzie
wijden
Lernen beginnen
dedykować
wijngaard
Lernen beginnen
winnica
wijs, wijsheid
Lernen beginnen
mądry, mądrość
wijzigen
Lernen beginnen
modyfikować
woeden
Lernen beginnen
rozszaleć się
woest
Lernen beginnen
wściekły
wonderlijk
Lernen beginnen
wspaniale
wortel
Lernen beginnen
korzeń
wuiven
Lernen beginnen
machać
zaad
Lernen beginnen
nasiono
zakelijk
Lernen beginnen
zawodowo
zeldzaam
Het gaat om een echt zeldzame soort.
Lernen beginnen
rzadko spotykany
Chodzi o naprawdę rzadki gatunek.
zenuw
Lernen beginnen
nerw
zenuwachtig
Lernen beginnen
newowy
zicht
Lernen beginnen
widok
zinvol
Lernen beginnen
użyteczny
zitting
Lernen beginnen
siedzenie
zodanig
Lernen beginnen
taki
zojuist
Lernen beginnen
właśnie teraz
zozeer
Lernen beginnen
tak bardzo/wiele
zucht
Lernen beginnen
westchnienie
zuigen
Lernen beginnen
ssać
zulk
Lernen beginnen
taki (such)
zweven
Lernen beginnen
szybować
kans
Lernen beginnen
okazja
plezier
Lernen beginnen
przyjemność
oprecht
Lernen beginnen
szczerze

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.