→ Moja Lekcja → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
spacerować, chodzić Lernen beginnen		loop
pisać Lernen beginnen		schrijven
czytać Lernen beginnen		lezen
mówić Lernen beginnen		spreken
myśleć Lernen beginnen		denken
pić Lernen beginnen		drinken
widzieć Lernen beginnen		zien
słyszeć Lernen beginnen		horen
spać Lernen beginnen		slapen
brać Lernen beginnen		nemen
śpiewać Lernen beginnen		zingen
rozumieć Lernen beginnen		begrijpen
mieć Lernen beginnen		hebben
być Lernen beginnen		zijn
iść Lernen beginnen		gaan
kupować Lernen beginnen		kopen
wiedzieć Lernen beginnen		weten
dawać Lernen beginnen		geven
chcieć Lernen beginnen		willen
mogę Lernen beginnen		kunnen
zaczynać Lernen beginnen		beginnen
robić Lernen beginnen		doen
powiedzieć Lernen beginnen		zeggen
musieć Lernen beginnen		moeten
pływać Lernen beginnen		zwemmen
często Lernen beginnen		vaak
zawsze Lernen beginnen		altijd
teraz Lernen beginnen		nu
nigdy Lernen beginnen		nooit
wyjmować naczynia ze zmywarki Lernen beginnen		serviesgoed uit de vaatwasser halen
słuchać Lernen beginnen		luisteren
dlaczego Lernen beginnen		waarom
pod Lernen beginnen		onder
tam Lernen beginnen		daar
stary Lernen beginnen		oude
na Lernen beginnen		op
który Lernen beginnen		welke
każdy Lernen beginnen		elk
w Lernen beginnen		in
z Lernen beginnen		met
obok / przy Lernen beginnen		naast / naast
przez Lernen beginnen		door
bo Lernen beginnen		omdat
o Lernen beginnen		om
lub Lernen beginnen		of
zawierać Lernen beginnen		bevatten
przynieść Lernen beginnen		brengen
wynieść śmieci Lernen beginnen		vuilniszak weggooien
podaj mi to Lernen beginnen		geef me dit
gdzie Lernen beginnen		waar
kto Lernen beginnen		wie
coś Lernen beginnen		iets
Jak? Gdzie? Kiedy? Lernen beginnen		Hoe? Waar? Wanneer?
jasno Lernen beginnen		helder
ciemno Lernen beginnen		donker
nie widze tego Lernen beginnen		ik kan het niet zien
nie slysze Cie Lernen beginnen		ik kan je niet horen
nie rozumiem Lernen beginnen		Ik begrijp het niet
pierwszy Lernen beginnen		eerste
szukać Lernen beginnen		zoeken
wujek / ciocia Lernen beginnen		oom tante
jechac samochodem Lernen beginnen		autorijden
daleko Lernen beginnen		ver
czuć Lernen beginnen		voelen
nigdy Lernen beginnen		nooit
tutaj Lernen beginnen		hier
słodki, uroczy Lernen beginnen		charmant
ale Lernen beginnen		maar
przystojny, ładny Lernen beginnen		knap; knap
brzydki Lernen beginnen		lelijk
pachnie Lernen beginnen		ruikt
wesoły Lernen beginnen		vrolijk
smutny z powodu... Lernen beginnen		verdrietig over...
znudzony Lernen beginnen		verveeld
nudny / nudna Lernen beginnen		saai Saai
cichy, Lernen beginnen		rustig,
spokojnie ... dyskutować Lernen beginnen		rustig ... bespreken
wysoki Lernen beginnen		groot
młody Lernen beginnen		jong
gruby Lernen beginnen		dik
niski Lernen beginnen		klein
chudy Lernen beginnen		dun
szczupły Lernen beginnen		slank
miły Lernen beginnen		aardige
ładny Lernen beginnen		mooi
cichy Lernen beginnen		stil
drogi Lernen beginnen		duur
atrakcyjny Lernen beginnen		aantrekkelijk
przystojny Lernen beginnen		knap
leniwy Lernen beginnen		lui
łysy Lernen beginnen		kaal
towarzyski Lernen beginnen		sociaal
niecierpliwy Lernen beginnen		ongeduldig
pewny siebie Lernen beginnen		zelfverzekerd
odważny Lernen beginnen		moedig
cierpliwy Lernen beginnen		geduldig
ambitny Lernen beginnen		ambitieus
uczciwy Lernen beginnen		eerlijk
odpowiedzialny Lernen beginnen		verantwoordelijk
nieśmiały Lernen beginnen		verlegen
wrażliwy Lernen beginnen		gevoelig
rozsądny Lernen beginnen		redelijk
skromny Lernen beginnen		bescheiden
pracowity Lernen beginnen		druk
uparty Lernen beginnen		eigenwijs
nieuczciwy Lernen beginnen		oneerlijk
nieodpowiedzialny Lernen beginnen		onverantwoordelijk
mądry Lernen beginnen		wijs
hojny Lernen beginnen		vrijgevig
gadatliwy Lernen beginnen		spraakzaam
niegrzeczny Lernen beginnen		onbeleefd
lojalny Lernen beginnen		loyaal
dojrzały Lernen beginnen		volwassen
sypialnia Lernen beginnen		de slaapkamer
kuchnia Lernen beginnen		de keuken
siedzieć, siadać Lernen beginnen		ga zitten, ga zitten
wstawać z łóżka Lernen beginnen		opstaan
zamknąć Lernen beginnen		dicht
otworzyć drzwi Lernen beginnen		open de deur
wczoraj Lernen beginnen		gisteren
dzisiaj Lernen beginnen		vandaag
jutro Lernen beginnen		morgen
kubek Lernen beginnen		de beker
talerz Lernen beginnen		het bord
uczyć kogoś Lernen beginnen		iemand leren
uczyc się Lernen beginnen		leren
więcej Lernen beginnen		meer
ręce Lernen beginnen		handen
dłonie Lernen beginnen		handen
nogi Lernen beginnen		poten
stopy Lernen beginnen		voeten
oczy Lernen beginnen		ogen
głowa Lernen beginnen		het hoofd
twarz Lernen beginnen		het gezicht
szyja Lernen beginnen		de nek
brzuch Lernen beginnen		buik
plecy Lernen beginnen		de rug
pupa Lernen beginnen		bodem
piersi Lernen beginnen		borst
ból Lernen beginnen		de pijn
swędzenie Lernen beginnen		jeuk
ucho Lernen beginnen		het oor
oczy Lernen beginnen		ogen
stopa Lernen beginnen		de voet
oko Lernen beginnen		het oog
noga Lernen beginnen		het been
palec Lernen beginnen		vinger
usta Lernen beginnen		de mond
nos Lernen beginnen		de neus
smutny Lernen beginnen		triest
zmęczony Lernen beginnen		moe
zawiedziony Lernen beginnen		teleurgesteld
niezadowolony Lernen beginnen		ontevreden
niemiły Lernen beginnen		onaangenaam
prawda Lernen beginnen		de waarheid
kłamstwo Lernen beginnen		liggen
fałsz Lernen beginnen		leugen
okropny Lernen beginnen		afschuwelijk
ogromny Lernen beginnen		reusachtig
strach Lernen beginnen		de angst
cenny Lernen beginnen		waardevol
pokazywać Lernen beginnen		laten zien
przypominać Lernen beginnen		herinneren
zapominać Lernen beginnen		vergeten
przypomnieć((((komuś) Lernen beginnen		iemand herinneren)
głupi Lernen beginnen		stomme
rzadko Lernen beginnen		zelden
może Lernen beginnen		misschien
nie wiem Lernen beginnen		ik weet het niet
jestem pewna Lernen beginnen		Ik ben er zeker van
słaby Lernen beginnen		zwak
zgadzam sie z tobą Lernen beginnen		ik ben het met je eens
silny Lernen beginnen		sterk
bogaty Lernen beginnen		rijk
trudny Lernen beginnen		moeilijk
starać się Lernen beginnen		probeer
dotykać Lernen beginnen		aanraken
do Lernen beginnen		naar
od Lernen beginnen		vanaf
za dużo Lernen beginnen		te veel
za mało Lernen beginnen		niet genoeg
za Lernen beginnen		achter
prawie Lernen beginnen		bijna
nasz Lernen beginnen		onze
kilka Lernen beginnen		een paar
mniej Lernen beginnen		minder
prawdopodobnie Lernen beginnen		waarschijnlijk
cel Lernen beginnen		het doel
kawałek Lernen beginnen		de stuk
klucze do samochodu Lernen beginnen		autosleutels
wybierać Lernen beginnen		kiezen
chociaż Lernen beginnen		hoewel
wierzy Lernen beginnen		gelooft
talerz, kubek, miska Lernen beginnen		bord, kopje, kom
wymagać Lernen beginnen		vereisen
kontynuować Lernen beginnen		doorgaan
cały Lernen beginnen		heel
wczoraj Lernen beginnen		gisteren
wygodnie Lernen beginnen		comfortabel
ważna informacja Lernen beginnen		belangrijke gegevens
świadomy Lernen beginnen		bewust
natychmiast Lernen beginnen		meteen

Moja lekcja

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr