Moja lekcja

 0    159 Datenblatt    panasiukhubert38
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
lekcja
Lernen beginnen
de les
poznanie
Lernen beginnen
kennismaking
w samolocie
Lernen beginnen
in het vliegtuig
przepraszam
Lernen beginnen
pardon
jest
Lernen beginnen
is
to miejsce
Lernen beginnen
deze plaats
jeszcze
Lernen beginnen
nog
wolny
Lernen beginnen
vrij
tak
Lernen beginnen
ja
usiąść
Lernen beginnen
gaan zitten
proszę usiąść
Lernen beginnen
gaat u zitten
pan jest
Lernen beginnen
u bent
Holender
Lernen beginnen
Nederlander
nie
Lernen beginnen
nee
jestem
Lernen beginnen
ik ben
polak
Lernen beginnen
Pool
mówić
Lernen beginnen
spreken
dobrze
Lernen beginnen
goed
niderlandzki
Lernen beginnen
Nederlands
mieszkać
Lernen beginnen
wonen
Holandia
Lernen beginnen
Nederland
Polska
Lernen beginnen
Polen
iść, jechać
Lernen beginnen
gaan
teraz
Lernen beginnen
nu
do
Lernen beginnen
naar
na studia
Lernen beginnen
voor mijn studie
który
Lernen beginnen
welke
miasto
Lernen beginnen
stad
studiować
Lernen beginnen
studeren
będę studiować
Lernen beginnen
ik ga studeren
także
Lernen beginnen
ook
student
Lernen beginnen
student
już nie
Lernen beginnen
niet meer
dyrektor
Lernen beginnen
de directeur
fabryka maszyn
Lernen beginnen
machinefabriek
w sprawach handlowych
Lernen beginnen
voor zaken
w podróży
Lernen beginnen
op reis
dom
Lernen beginnen
huis
do domu
Lernen beginnen
naar huis
gdzie
Lernen beginnen
waar
pytać
Lernen beginnen
vragen
jeśli wolno spytać
Lernen beginnen
als ik vragen mag
chwileczkę
Lernen beginnen
even
przedstawić
Lernen beginnen
voorstellen
pan pozwoli, że się przedstawie
Lernen beginnen
mag ik me even voorstellen
miło
Lernen beginnen
prettig
zaznajomić się
Lernen beginnen
kennis maken
bardzo mi miło
Lernen beginnen
prettig kennis te maken
tu
Lernen beginnen
hier
z
Lernen beginnen
met
mój adres
Lernen beginnen
mijn adres
dziękować
Lernen beginnen
danken
dziękuję
Lernen beginnen
dank u
pan Van Veem
Lernen beginnen
mijnheer Van Veem
mówić
Lernen beginnen
zeggen
mów mi Wim
Lernen beginnen
zeg maar Wim
czy mogę?
Lernen beginnen
mag ik?
chętnie
Lernen beginnen
graag
zaprosić
Lernen beginnen
uitnodigen
zaproszenie
Lernen beginnen
uitnodiging
kwadrans
Lernen beginnen
het kwartier
lądować
Lernen beginnen
landen
wielki
Lernen beginnen
groot
lotnisko
Lernen beginnen
het vliegveld
bardzo
Lernen beginnen
heel
nowoczesny
Lernen beginnen
modern
pociąg
Lernen beginnen
de trein
pociągiem
Lernen beginnen
met de trein
musieć
Lernen beginnen
moeten
zgadzać się
Lernen beginnen
kloppen
czy to się zgadza?
Lernen beginnen
klopt dat?
z
Lernen beginnen
van
lejda
Lernen beginnen
Leiden
haga
Lernen beginnen
Den Haag
bardzo chciałbym
Lernen beginnen
ik zou graag willen
te miasta
Lernen beginnen
die steden
wszystkie te miasta
Lernen beginnen
al deze steden
obejrzeć
Lernen beginnen
bekijken
oczywiście
Lernen beginnen
natuurlijk
robić
Lernen beginnen
doen
zostać
Lernen beginnen
blijven
przecież
Lernen beginnen
immers
rok
Lernen beginnen
het jaar
przyjść, pojechać
Lernen beginnen
komen
kiedyś
Lernen beginnen
eens
niedziela
Lernen beginnen
de zondag
w jakąś niedziele
Lernen beginnen
op een zondag
stacja
Lernen beginnen
het station
centralny
Lernen beginnen
centraal
widzieć, zobaczyć
Lernen beginnen
zien
pokazać
Lernen beginnen
laten zien
wtedy
Lernen beginnen
dan
u mnie w domu
Lernen beginnen
bij mij huis
jeść
Lernen beginnen
eten
miły
Lernen beginnen
vriendelijk
twoja żona
Lernen beginnen
je vrouw
znaleźć
Lernen beginnen
vinden
zgadzać się
Lernen beginnen
goedvinden
miły
Lernen beginnen
leuk
na pewno
Lernen beginnen
vast
prędko
Lernen beginnen
gauw
zadzwonić
Lernen beginnen
opbellen
robić
Lernen beginnen
maken
umówienie się
Lernen beginnen
de afspraak
najpierw
Lernen beginnen
eerst
pokój
Lernen beginnen
de kamer
szukać
Lernen beginnen
zoeken
rozmowa
Lernen beginnen
het gesprek
rozmowa telefoniczna
Lernen beginnen
het telefoongesprek
telefon dzwoni
Lernen beginnen
de telefoon gaat
słuchawka
Lernen beginnen
de hoorn
podnosić
Lernen beginnen
opnemen
przez
Lernen beginnen
door
dzień
Lernen beginnen
de dag
dzień dobry!
Lernen beginnen
dag
z
Lernen beginnen
met
jak się masz
Lernen beginnen
hoe gaat het met je
piękny
Lernen beginnen
mooi
pilny
Lernen beginnen
ijverig
przyjemność
Lernen beginnen
het plezier
zobaczyć się
Lernen beginnen
elkaar zien
w następną niedziele
Lernen beginnen
aanstande zondag
odpowiadać
Lernen beginnen
schikken
pewnie
Lernen beginnen
zeker
mile widziany
Lernen beginnen
welkom
kobieta,żona
Lernen beginnen
de vrouw
około
Lernen beginnen
omstreeks
godzina
Lernen beginnen
het uur
godzina dziesiąta
Lernen beginnen
tien uur
przyjść
Lernen beginnen
aankomen
przyjść po kogoś
Lernen beginnen
afhalen
jaki
Lernen beginnen
wat voor
u
Lernen beginnen
Bij
rodzina
Lernen beginnen
de familie
pani
Lernen beginnen
mevrouw
syn
Lernen beginnen
de zoon
politechnika
Lernen beginnen
de technische hogeschool
chyba
Lernen beginnen
wel
dla
Lernen beginnen
voor
miły
Lernen beginnen
aardige
różne, rozmaite
Lernen beginnen
allerlei
zabytek
Lernen beginnen
bezienswaardigheid
niebieski
Lernen beginnen
blauwe
nowy
Lernen beginnen
nieuw
kościół
Lernen beginnen
de kerk
wspaniały
Lernen beginnen
prachtig
ratusz
Lernen beginnen
het Stadhuis
rynek
Lernen beginnen
de markt
muzeum
Lernen beginnen
het museum
stary
Lernen beginnen
oud
kafel
Lernen beginnen
tegel
inny
Lernen beginnen
ander
na
Lernen beginnen
op
ciekawy
Lernen beginnen
interessant
ale
Lernen beginnen
maar
ciekawy
Lernen beginnen
interessant
ale
Lernen beginnen
maar
ciekawy
Lernen beginnen
interessant
więc
Lernen beginnen
dus

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.