Moja lekcja

 0    29 Datenblatt    guest3284611
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Co słychać?
Lernen beginnen
Hoe gaat het?(hu ys het?)
Jak się masz?
Lernen beginnen
Hoe is het? (hu ys het)
Jak masz na imię?
Lernen beginnen
Wat is je naam?
pracować
Lernen beginnen
werken
słuchać
Lernen beginnen
luisteren
gdzie znajde...?
Lernen beginnen
Waar kan ik ... vinden? (waar kan ik ... finden?)
dziś jest zimno
Lernen beginnen
Het is koud vandaag (het ys kaut fandaag?)
świeci słońce
Lernen beginnen
De zon schijnt (de zon s-chajnt?)
nie rozumiem
Lernen beginnen
Ik begrijp het niet (ik be-chrajp het nit)
mówię troche po niderlandzku
Lernen beginnen
Ik spreek een beetje Nederlands (ik sprejk en bejcze nederlands)
nazywam się...
Lernen beginnen
Ik heet... (ik hejt...)
dobrze, dziękuje
Lernen beginnen
Goed, dank je (chut, dank je)
Do widzenia
Lernen beginnen
Tot ziens (tot sins)
cześć
Lernen beginnen
Hallo (halo) / Hoi (hoj)
Dobranoc
Lernen beginnen
Goedenacht (chudenacht)
Dobry wieczór
Lernen beginnen
Goedenavond (chudenawont)
dzień dobry
Lernen beginnen
Goedendag (chudenda(ch))
prosze
Lernen beginnen
Alsjeblieft (alsieblift)
dziękuje
Lernen beginnen
Dank je (dank je)
nie
Lernen beginnen
Nee (nej)
tak
Lernen beginnen
ja
Jeden
Lernen beginnen
Eén (ejn)
Dwa
Lernen beginnen
Twee (twej)
Dzisiaj
Lernen beginnen
Vandaag (fandaag)
Jutro
Lernen beginnen
Morgen (morche(n))
Teraz
Lernen beginnen
Nu (nu)
mama
Lernen beginnen
Moeder (mudr)
tata
Lernen beginnen
Vader (faadr)
nie lubie tego
Lernen beginnen
Ik vind het niet leuk (ik fint het nit lejk

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.