→ Na Woensdag → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
przyjacielscy ludzie Lernen beginnen		vriendelijke mensen
nieprzyjazny Lernen beginnen		onvriendelijk
lubią jeść Lernen beginnen		ze eten graag
punktualny Lernen beginnen		stipt
nie szowinistyczny Lernen beginnen		niet chauvinistisch
Nie sądzę, że Belgowie nie potrafią dobrze tańczyć Lernen beginnen		Ik vind dat de Belgen niet goed kunnen dansen
Tak, też tak myślę. Lernen beginnen		Ja Ik vind dat ook.
Myślę, że Belgowie są punktualni. Lernen beginnen		Ik vind de Belgen stipt.
Zgadzam się z tym. Lernen beginnen		Daar ben ik het mee eens.
Nie sądzę. Lernen beginnen		Dat vind ik niet.
Nie zgadzam się Lernen beginnen		Daar ben ik het niet mee eens.
Są weseli Lernen beginnen		Ze zijn vrolijk
Oni są poważni. Lernen beginnen		Ze zijn ernsting.
uprzejmy Lernen beginnen		beleefd
hałaśliwy Lernen beginnen		llawaairig
piec Lernen beginnen		bakken
smażyć Lernen beginnen		braden
przyprawić Lernen beginnen		kruiden
topić Lernen beginnen		laten smelten
niech się zagotuje Lernen beginnen		laten sudderen
Niech mięso dusi się na małym ogniu Lernen beginnen		Laat het vlees sudderen op een laag vuur
mieszać Lernen beginnen		mengen
Dobrze wymieszaj wszystkie składniki Lernen beginnen		Meng alle ingrediënten goed door elkaar
obrać Lernen beginnen		pellen
Obierz cebulę. Lernen beginnen		Pel de ui.
wymieszać Lernen beginnen		roeren
Mieszaj sos, aż będzie wystarczająco gęsty. Lernen beginnen		Roer in de saus tot ze dik genoeg is.
obierać Lernen beginnen		schillen
obierz ziemniaki Lernen beginnen		schil de aardappelen
dusić Lernen beginnen		stoven
Mięso udusić w dużym garnku. Lernen beginnen		Stoof het vlees in een grote pot.
dodawać Lernen beginnen		toevoegen
Dodaj łyżkę ziół. Lernen beginnen		Voeg een lepel kruiden toe.
Zawiera czosnek. Lernen beginnen		Er zit knoflook in.
Zawiera pomidory. Lernen beginnen		Er zitten tomaten in.
Jest dumny Lernen beginnen		Hij is fier
oszczędny Lernen beginnen		zuinig
bukiet ziół Lernen beginnen		het kruidentuiltje
pieczeń w garnku Lernen beginnen		het stoofvlees
radośniy poważny Lernen beginnen		vrolijk ernstig
uprzejmy niegrzeczny Lernen beginnen		beleefd onbeleefd
zorganizowany Lernen beginnen		georganiseerd
chaotyczny Lernen beginnen		chaotisch
skąpy Lernen beginnen		gierig
dodać sól Lernen beginnen		voeg zout toe
zważyć mąkę Lernen beginnen		weeg de bloem
pomocny Lernen beginnen		behulpzaam
Myślę że Polacy sa pracowici. Lernen beginnen		Ik denk dat Polen hardwerkend zijn.
Myślę że Polacy są pracowici Lernen beginnen		Ik vind Polen hardwerkend
Myślę że Polacy są pracowici ale lekko szowinistyczni Lernen beginnen		Ik vind de Polen hardwerkend maar chauvinistisch.
Wchodź Lernen beginnen		Kom binnen
Ściągnij kurtkę Lernen beginnen		Doe je jas uit
usiądź Lernen beginnen		ga zitten
napij się kawy. Lernen beginnen		Neem maar koffie.
weź herbatę Lernen beginnen		neem maar thee
Weź dwa Lernen beginnen		neem er twee
Czy powinienem podlewać rośliny? Lernen beginnen		Moet ik de planten water geven?
Tak, możesz Lernen beginnen		Ja dat mag.
To dobry pomysł Lernen beginnen		Dat is een goed idee
Czy możesz odebrać pocztę ze skrzynki pocztowej? Lernen beginnen		Kan je de post uit brievenbus halen?
Zrobię to. Lernen beginnen		Dat zal ik doen.
Bez problemu Lernen beginnen		Geen probleem
Będzie dobrze. Lernen beginnen		Dat komt in orde.
Jestem oburzony Lernen beginnen		Ik ben verontwaardigd
Jestem wzruszony Lernen beginnen		Ik ben ontroerd
Jestem zaskoczona Lernen beginnen		Ik ben verbaasd
Po raz pierwszy poszłam do szkoły, gdy miałam 6 lat. Lernen beginnen		Ik ging voor het eerst naar school toen ik 6 jaar was.
Zostalam tam 8 lat. Lernen beginnen		Ik ben er 8 jaar gebleven.
Podstawowa edukacja Lernen beginnen		basisondervijs
To była edukacja podstawowa. Lernen beginnen		Het was basisonderwijs.
Jak masz okolo 15 lat musisz wybrac. Lernen beginnen		Als je ongeveer 15 jaar oud bent, moet je kiezen.
Szkola zawodowa albo szkola ogólna. Lernen beginnen		Beroepsschool of algemene school.
Ja poszłam do szkoły zawodowej Lernen beginnen		Ik ging naar de beroepschool.
Tam zostalam 3 lata. Lernen beginnen		Ik bleef daar 3 jaar.
później poszłam do pracy. Lernen beginnen		daarna ging ik aan het werk.
zostałam cukiernikiem Lernen beginnen		Ik werd banketbakker
wyraź swoją opinię na temat pogody w Belgii Lernen beginnen		geef je mening over het weer in Belgie
Jaka byla twoja droga szkolna? Lernen beginnen		Hoe was jouw schoolloopbaan?
Pogoda w Belgi jest cudowna. Lernen beginnen		Het weer in België is prachtig.
żarcik Lernen beginnen		het grapje
W lato jest ciepło ale w inne miesiace duzo pada deszcz Lernen beginnen		In de zomer is het warm, maar in de andere maanden regent het veel
straszny Lernen beginnen		afschuwelijk
poważny Lernen beginnen		ernstig
świetny Lernen beginnen		uitstekend
śmieszny Lernen beginnen		belachelijk
skandaliczny Lernen beginnen		schandalig
interesujący Lernen beginnen		interessant
Pracuję jako gosposia w domach ludzi. Lernen beginnen		Ik werk als huishelpen bij mensen thuis.
wolontariusz Lernen beginnen		hetvrijwilliger

Na Woensdag

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr