niderlandzki 2.1 les 3-4

 0    39 Datenblatt    pataka013
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
wens
Lernen beginnen
chcieć, pragnienie
VALSSPELEN
Lernen beginnen
OSZUKIWAĆ
FOEFELEN
Lernen beginnen
potocznie OSZUKIWAĆ
gewoonste
Lernen beginnen
najczęstszą (zwyczaj)
ONTMOETEN
Lernen beginnen
spotykać, poznawać
verkeerd
Lernen beginnen
źle, błednie
gevoel
Lernen beginnen
uczucie
TEGENKOMEN
Lernen beginnen
spotykać, npotykać
huiselijk type
Lernen beginnen
domoator
uitgaantype
Lernen beginnen
imprezowicz
gezelschapssel
Lernen beginnen
gra towarzyska
belachelijk
Lernen beginnen
śmieszny
waanzinnig
Lernen beginnen
zwariowany, szalony, obłakany
aanduiden
Lernen beginnen
desygnować, pokazywać
doorsnee
Lernen beginnen
średnia
algemeen
Lernen beginnen
ogólny, generany
BEDRAGEN
Lernen beginnen
wynosić (cena czegoś)
trots (op)
Lernen beginnen
dumny (z)
ZICH HERINNEREN
Lernen beginnen
pamiętać
STELLEN
Lernen beginnen
KŁAŚĆ, PRZYPUSZCZAĆ
BEREKEN
Lernen beginnen
Wyliczać
inzake
Lernen beginnen
na
GELDEN
Lernen beginnen
DOTYCZYĆ
overigens
Lernen beginnen
ponadto, a propo
mannelijk
Lernen beginnen
męskie
duidelijk
Lernen beginnen
jasny, wyraźny
TONEN
Lernen beginnen
POKAZYWAĆ
rechtlijnig
Lernen beginnen
bezpośredni
BLIJKEN
Lernen beginnen
POJAWIAĆ, UKAZAĆ
bepalend
Lernen beginnen
stanowczy, zdecydowany
onderwijsniveau
Lernen beginnen
edukacja
feit
Lernen beginnen
fakt
LEIDEN
Lernen beginnen
prowadzić, np w wyścigu`
het iets
Lernen beginnen
coś
gehuwden
Lernen beginnen
żonaty
VERPLAATSEN
Lernen beginnen
PRZESTAWIAĆ
afschuwelijk
Lernen beginnen
straszny, super zły
emstig
Lernen beginnen
surowo, poważnie
uitstekend
Lernen beginnen
doskonały

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.