niderlandzki

 0    38 Datenblatt    akkkk
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
przepraszam, czy to miejsce jest jeszcse wolne?
Lernen beginnen
Pardon, is deze plaats nog vrij?
jestes holendrem?
Lernen beginnen
bent u Nederlander?
Mowisz dobrze bo niderlandzku
Lernen beginnen
U spreekt goed Nederlands
jestes z holandii?
Lernen beginnen
woont u in nederland?
teraz jade do Holandii na studia
Lernen beginnen
Ik ga nu naar Nederland voor mijn studie.
W jakim miesxie bedziesz studiowac?
Lernen beginnen
In welke stad gaat u studeren?
Czy jesteś także studentem?
Lernen beginnen
Bent u ook student?
Jestem dyrektorem fabryki maszyn
Lernen beginnen
Ik ben directeur van een machinefabriek
podrozuje slozbowo
Lernen beginnen
ik ben voor zaken op reis
Teraz ide so domu
Lernen beginnen
Nu ga ik naar huis
gdzie mieszkasz jesli moge spytac?
Lernen beginnen
Waar woont u, als ik vragen mag?
Moge sie przedstawic?
Lernen beginnen
Mag ik me even voorstellen?
milo mi cie poznac
Lernen beginnen
Prettig kennis te maken
oto moja wizytowka z moim adresem
Lernen beginnen
Hier is mijn visitekaartje met mijn adres.
moge ci mowic...?
Lernen beginnen
Mag ik ... zeggen?
Czy Jan mieszka jeszcze w Polsce?
Lernen beginnen
Woont Jan nog in Polen?
Studiujesz obecnie w Polsce?
Lernen beginnen
Studeert u nu in Polen?
Tadeusz mowi dobrze po niderlandzku
Lernen beginnen
Tadeusz spreekt goed Nederlands
nie, on juz tutaj nie pracuje
Lernen beginnen
Nee, hij werkt hier niet meer
tak, jest teraz dyrektorem fabryki maszyn
Lernen beginnen
ja, hij is nu directeur van een machinefabriek
tu jest moj adres w delft
Lernen beginnen
hier is mijn adres in delft
studiowac
Lernen beginnen
studeren
powiedzieć/mowic
Lernen beginnen
zeggen
spać
Lernen beginnen
slapen
odjeżdżać
Lernen beginnen
vertrekken
siedzieć
Lernen beginnen
zitten
iść
Lernen beginnen
gaan
robić
Lernen beginnen
doen
znaleźć
Lernen beginnen
vinden
móc, mieć pozwolenie
Lernen beginnen
mogen
byc
Lernen beginnen
zijn
miec
Lernen beginnen
hebben
pracowac
Lernen beginnen
werken
mówić
Lernen beginnen
spreken
pytać
Lernen beginnen
vragen
oglądać
Lernen beginnen
kijken
mieszkać, mieszkamy, mieszkacie, mieszkają
Lernen beginnen
wonen
robić
Lernen beginnen
maken

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.