over werkwoorden 2

 0    35 Datenblatt    dmikosz
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
overblijven
Bij een faillissement zal er weinig overblijven om tussen schuldeisers te verdelen.
Lernen beginnen
pozostawać (z większej ilości)
Przy bankructwie pozostanie niewiele do podziału pomiędzy wierzycieli
overgebleven (De laatst overgebleven klassieke meubels van de collectie
In de overgebleven natuurlijke graslanden gaan de bloemen sterk achteruit.
Lernen beginnen
pozostały, zachowany (ostatnie zachowane meble z kolekcji)
Na zachowanych naturalnych użytkach zielonych liczba kwiatów gwałtownie spada.
overlaten
Wil je een stukje taart overlaten voor morgen?
Lernen beginnen
zachować, zostawić
Czy możesz zostawić kawałek ciasta na jutro?
overlaten aan
De ethische beoordeling laat ik aan u over
Lernen beginnen
pozostawić komuś
Moralną ocenę sytuacji pozostawiam tobie
Laat dat karweitje alsjeblieft over aan een vakman.
Het is beter dat ze hun financieel beheer aan een boekhouder overlaten.
Lernen beginnen
Proszę zostawić to zadanie profesjonaliście.
Dobrze że zostawiają zarządzanie finansami księgowemu.
niets te wensen overlaten - perfect zijn
De voorzieningen op de camping lieten niets te wensen over
Lernen beginnen
nie pozostawiać nic do życzenia
Udogodnienia na kempingu nie pozostawiały nic do życzenia
dingen aan het toeval overlaten
Lernen beginnen
zostawić wszystko przypadkowi
overtreffen (alle verwachtingen overtreffen)
Collega’s kunnen van elkaar leren, of proberen elkaar te overtreffen.
Lernen beginnen
przekroczyć (wszelkie oczekiwania)
Współpracownicy mogą uczyć się od siebie nawzajem lub próbować się prześcignąć.
de overtreffende trap van geluk
Lernen beginnen
najwyższy stopień szczęścia
overeenkomen
mijn gedrag komt overeen met mijn diepste overtuigingen
Lernen beginnen
zgodzić się, byc zgodnym
Czy moje zachowanie jest zgodne z moimi najgłębszymi przekonaniami?
overeenkomst (een multilaterale overeenkomst)
een overeenkomst aangaan, sluiten (met iemand)
Lernen beginnen
umowa (umowa wielostronna), też zgodność
zawrzeć umowę (z kimś)
in overeenkomst met
Lernen beginnen
zgodnie z lub w porozumieniu z
overeenkomstig, dergelijk, gelijkaardig
Lernen beginnen
zgodny, podobny
overeenstemmen met
mijn opvattingen stemmen niet overeen met de jouwe
Lernen beginnen
odpowiadać, korespondować z
Moje poglądy nie korespondują z twoimi
overstemming
Lernen beginnen
przegłosować
overleggen (overleggen over zakkelihke dingen), iets bespreken
Dit moeten we even met de baas overleggen
Lernen beginnen
dyskutawać, omawiać, konsultować (np. sprawy biznesowe)
to musimy omówić z szefem
overleg
overleg hebben over de beste oplossing
Lernen beginnen
konsultacja, omówienie czegoś
omówić najlepsze rozwiązanie
Ik wil overleg, geen strijd
ik wil graag overleggen en geen strijd voeren.
Lernen beginnen
Chcę dyskusji, a nie konfliktu
Chcę podyskutować a nie wieść kłótnie
in goed overleg
Lernen beginnen
za obopólną zgodą
in overleg
Lernen beginnen
podczas konsultacji
overkomen (iets vreselijks is haar overkomen)
Een openhartige toespraak over wat haar is overkomen maakte grote indruk.
Lernen beginnen
przydarzyć się (przydarzyło się jej coś strasznego)
Szczere przemówienie o tym co się jej przydarzyło, wywołało duże wrażenie.
overkomen (arrogant of onzeker overkomen, verkeerd overkomen)
Het was als grapje bedoeld, maar dat kwam helemaal niet over.
Lernen beginnen
sprawiać wrażenie, wydawać się (aroganckim lub niepewnym, źle, nie tak)
To miał być żart, ale w ogóle nie wyszedł.
zich overgeven
Lernen beginnen
poddać się
overgave – opgave (onvoorwaardelijke overgave)
Lernen beginnen
poddanie się (bezwarunkowe poddanie się)
zich overgeven
Lernen beginnen
poddać się
Met overgave (toewijding)
Steeds stortte ik me er met overgave op.
Lernen beginnen
z oddaniem, poświęceniem
Wciąż oddawałam się temu z zaangażowaniem.
overwinnen
Lernen beginnen
przezwyciężać
overwinning
Lernen beginnen
zwycięstwo
overdrijven (iets opkloppen, oppompen, opblazen); overdrijven hun eigen prestaties.
iets overdreven voorstellen
Lernen beginnen
przesadzać, wyolbrzymiać własne osiągnięcia.
przedstawiać w sposób przesadny
overladen
overladen met iets (met advies, met versieringen)
Lernen beginnen
przeładowywać (dosłownie ciężarem lub np. obowiązkami, zdobieniami itd), też przeładowywać ładunek
przeładowany czymś
overbelasten (iemand met met opdrachten overbelasten)
Lernen beginnen
przeciążać (przeciążać kogoś zadaniami)
overbelast (een overbelaste knie / spieren)
Het netwerk raakte overbelast
Lernen beginnen
przeciążony (przeciążone kolano / mięśnie)
Sieć uległa przeciążeniu
overheersen (de overhand hebben op / de boventoon voeren, de toon aangeven)
De smaak van citroen overheerst; door Rusland overheerst.
Lernen beginnen
dominować (mieć przewagę, nadawać ton)
Smak cytryny dominuje. Zdominowani przez Rosję
overschaduwen
Het dopingschandaal overschaduwde de overigens prachtige tour.
Lernen beginnen
przyćmić
Skandal dopingowy przyćmił udany turniej
overbelichten
Lernen beginnen
przeeksponować (kliszę)

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.