podstawy 2

 0    66 Datenblatt    kkamilkka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
dorsten
Lernen beginnen
pragnienie
bezig
Lernen beginnen
zajęty
bioscoop
Lernen beginnen
kino
vrolijk
Lernen beginnen
wesoły
tijd
Lernen beginnen
czas
moe
Lernen beginnen
zmęczony
Ik ben 20 jaar oud.
Lernen beginnen
Mam 20 lat.
Hoe oud ben jij?
Lernen beginnen
Ile masz lat?
grijpen
Lernen beginnen
chwytać
zeuren
Lernen beginnen
skomleć
brengen
Lernen beginnen
przynieść, zaprowadzić
voelen
Lernen beginnen
czuć
trekken
Lernen beginnen
ciągnąć, przyciągać
liggen
Lernen beginnen
leżeć
redden
Lernen beginnen
ratować, ocalić
kennen
Lernen beginnen
znać
rennen
Lernen beginnen
biegać
pakken
Lernen beginnen
wziąć, chwycić (do ręki)
bakken
Lernen beginnen
piec
meten
Lernen beginnen
mierzyć
dromen
Lernen beginnen
marzenia, sny
roken
Lernen beginnen
palić
heten
Lernen beginnen
nazywać się
delen
Lernen beginnen
dzielić, podzielać
hopen
Lernen beginnen
mieć nadzieję
komen uit
Lernen beginnen
pochodzić z
en
Lernen beginnen
i
maar
Lernen beginnen
ale
bijna
Lernen beginnen
prawie
altijd
Lernen beginnen
zawsze
ik heb
Lernen beginnen
ja mam
jij hebt
Lernen beginnen
ty masz
hij is
Lernen beginnen
on jest
zij is
Lernen beginnen
ona jest
het is
Lernen beginnen
to jest
wij zijn
Lernen beginnen
my jesteśmy
jullie zijn
Lernen beginnen
wy jesteście
zij zijn
Lernen beginnen
oni są
ik heb
Lernen beginnen
ja mam
jij hebt
Lernen beginnen
ty masz
hij heeft
Lernen beginnen
on ma
zij heeft
Lernen beginnen
ona ma
het heeft
Lernen beginnen
ono ma
wij hebben
Lernen beginnen
my mamy
jullie hebben
Lernen beginnen
wy macie
zij hebben
Lernen beginnen
oni mają
Hoe gaat het met jou?
Lernen beginnen
Jak się masz?
Prima, en met jou?
Lernen beginnen
W porządku a ty?
Hoe heet jij?
Lernen beginnen
Jak się nazywasz?
War kom jij vandaan?
Lernen beginnen
Skąd jesteś?
Uit welke land kom jij?
Ik kom uit Polen
Lernen beginnen
Z jakiego kraju jesteś?
pochodzę z Polski
Welke taal spreek jij?
Ik spreek Pools, Engels...
Lernen beginnen
W jakim języku mówisz?
Waar woon jij?
Ik woon in...
Lernen beginnen
Gdzie mieszkasz?
Hoe ga jij nar de les?
Ik ga meet auto, met fiets...
Lernen beginnen
Jak chodzisz na lekcje?
Hoe lang woon jij in Nederland?
Ik woon ... jaar in NL
Lernen beginnen
Jak długo mieszkasz w Holandii?
Ben jij getrouwd?
Ja, ik ben getrouwd; Nee, Ik ben niet getrouwd
Lernen beginnen
Czy jest Pan żonaty?
Heb jij kinderen?
je, Ik heb kinderen; Nee, Ik heb geen kinderen.
Lernen beginnen
Czy masz dzieci?
Hoe oud ben jij?
Lernen beginnen
Ile masz lat?
tachtig
Lernen beginnen
80
twintig
Lernen beginnen
20
dertig
Lernen beginnen
30
veertig
Lernen beginnen
40
vijftig
Lernen beginnen
50
zestig
Lernen beginnen
60
zeventig
Lernen beginnen
70
negentig
Lernen beginnen
90

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.