→ Por → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
nu Lernen beginnen		teraz.
Vandaag Lernen beginnen		Dzisiaj.
Morgen Lernen beginnen		Jutro.
Gisteren Lernen beginnen		Wczoraj.
Later Lernen beginnen		Później.
voor Lernen beginnen		przed.
spoedig, straks Lernen beginnen		wkrótce.
s’ochtends Lernen beginnen		rankiem.
s’middags Lernen beginnen		po południu.
s’avonds Lernen beginnen		wieczorem.
op woensdag Lernen beginnen		w środę.
op donderdag Lernen beginnen		w czwartek.
op zaterdag / zondag Lernen beginnen		w sobotę/niedzielę.
in juni Lernen beginnen		w czerwcu.
in augustus Lernen beginnen		w sierpniu.
daze week Lernen beginnen		w tym tygodniu.
volgend week Lernen beginnen		w następnym tygodniu.
volgende maand Lernen beginnen		w następnym miesiącu.
vorige week Lernen beginnen		zeszły tydzień.
vaak Lernen beginnen		często.
meestal Lernen beginnen		przeważnie.
omnegen Lernen beginnen		około dziewiątej.
na de warm Lernen beginnen		po upale.
tegenwoordig Lernen beginnen		dzisiaj.
in de zomer Lernen beginnen		podczas lata.
in de lente Lernen beginnen		wiosną.
in de herfst Lernen beginnen		jesienią.
in de winter Lernen beginnen		w zimę.

por