→ Rozdział 3 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
liczba Lernen beginnen		het getal
zero Lernen beginnen		nul
jeden Lernen beginnen		een
dwa Lernen beginnen		twee
trzy Lernen beginnen		drie
cztery Lernen beginnen		vier
pięć Lernen beginnen		vijf
sześć Lernen beginnen		zes
siedem Lernen beginnen		zeven
osiem Lernen beginnen		acht
dziewięć Lernen beginnen		negen
dziesięć Lernen beginnen		tien
jedenaście Lernen beginnen		elf
dwanaście Lernen beginnen		twaalf
trzynaście Lernen beginnen		dertien
czternaście Lernen beginnen		veertien
piętnaście Lernen beginnen		vijftien
szesnaście Lernen beginnen		zestien
siedemnaście Lernen beginnen		zeventien
osiemnaście Lernen beginnen		achttien
dziewiętnaście Lernen beginnen		negentien
dwadzieścia Lernen beginnen		twintig
trzydzieści Lernen beginnen		dertig
czterdzieści Lernen beginnen		veertig
pięćdziesiąt Lernen beginnen		vijftig
sześćdziesiąt Lernen beginnen		zestig
siedemdziesiąt Lernen beginnen		zeventig
osiemdziesiąt Lernen beginnen		tachtig
dziewięćdziesiąt Lernen beginnen		negentig
sto Lernen beginnen		honderd
dwieście Lernen beginnen		tweehonderd
ten, ta / to Lernen beginnen		deze / dit
tamten, tamta / tamto Lernen beginnen		die / dat
poniedziałek Lernen beginnen		maandag
wtorek Lernen beginnen		dinsdag
środa Lernen beginnen		woensdag
czwartek Lernen beginnen		donderdag
piątek Lernen beginnen		vrijdag
sobota Lernen beginnen		zaterdag
niedziela Lernen beginnen		zondag
w poniedziałek, we wtorek, w środę itd. Lernen beginnen		op + dzień tygodnia
miesiąc Lernen beginnen		de maand
styczeń Lernen beginnen		januari
luty Lernen beginnen		februari
marzec Lernen beginnen		maart
kwiecień Lernen beginnen		april
maj Lernen beginnen		mei
czerwiec Lernen beginnen		juni
lipiec Lernen beginnen		juli
sierpień Lernen beginnen		augustus
wrzesień Lernen beginnen		september
październik Lernen beginnen		oktober
listopad Lernen beginnen		november
grudzień Lernen beginnen		december
w styczniu, w lutym, w marcu itd. Lernen beginnen		in + miesiąc
pora roku Lernen beginnen		het seizoen
wiosna Lernen beginnen		de lente / voorjaar
lato Lernen beginnen		de zomer
jesień Lernen beginnen		de herfst / najaar
zima Lernen beginnen		de winter
dzień Lernen beginnen		de dag
ranek Lernen beginnen		de morgen / de ochtend
popołudnie Lernen beginnen		de middag
wieczór Lernen beginnen		de avond
noc Lernen beginnen		de nacht
dzisiaj Lernen beginnen		vandaag
dzisiaj rano Lernen beginnen		vanmorgen / vanochtend
dzisiaj po południu Lernen beginnen		vanmiddag
dzisiaj wieczorem Lernen beginnen		vanavond
dzisiaj w nocy Lernen beginnen		vannacht
wczoraj Lernen beginnen		gisteren
jutro Lernen beginnen		morgen
pojutrze Lernen beginnen		overmorgen
święto Lernen beginnen		de feestdag
urodziny Lernen beginnen		de verjaardag
Boże Narodzenie Lernen beginnen		de Kerstmis
Sylwester Lernen beginnen		oud en nieuw
Wielkanoc Lernen beginnen		het Pasen
godzina Lernen beginnen		het uur
która jest godzina? Lernen beginnen		Hoe laat is het?
jest godzina 10. Lernen beginnen		Het is tien uur.
jest godzina 17:15 Lernen beginnen		Het is kwart over vijf.
jest godzina za pięć 13. Lernen beginnen		Het is vijf voor een.
jest godzina 12:30. Lernen beginnen		Het is halfeen.
jest północ. Lernen beginnen		Het is middernacht.
jest południe Lernen beginnen		het is middag
o której godzinie? Lernen beginnen		Hoe laat?
o godzinie 11. Lernen beginnen		om 11 uur.
późno Lernen beginnen		laat
który jest dzisiaj? Lernen beginnen		De hoeveelste is het vandaag?
Kiedy się urodziłeś? Lernen beginnen		Wanneer ben jij geboren?
urodziłem się 2 marca 1981. Lernen beginnen		Ik ben geboren op 2 maart 1981.
ile masz lat? Lernen beginnen		hoe oud ben jij?
mam 23 lata Lernen beginnen		ik ben 23 jaar
on ma 18 lat Lernen beginnen		hij is 18 jaar
my mamy 25 lat Lernen beginnen		wij zijn 25 jaar
wczesny Lernen beginnen		vroeg
po Lernen beginnen		over
przed Lernen beginnen		voor
który z kolei, który, ile Lernen beginnen		de hoeveelste
dodać Lernen beginnen		plus
odjąć Lernen beginnen		min
podzielić przez Lernen beginnen		gedeeld door
razy Lernen beginnen		keer
jak powiesz...? Lernen beginnen		hoe zeg je...?
chętnie; poproszę (np. o herbatę, kawę) Lernen beginnen		graag
nie ma za co Lernen beginnen		graag gedaan

Rozdział 3

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr