→ Svet Lekcja 2 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
Wat betekent dat? Lernen beginnen		Co to znaczy?
Wat is dat? Lernen beginnen		Co to jest?
kijk hier Lernen beginnen		spójrz tutaj
Ik heb melk. Lernen beginnen		Mam mleko.
Ik heb melk gedronken. Lernen beginnen		Wypiłem mleko.
Ik heb cola. Lernen beginnen		Mam colę.
Ik heb cola gedronken. Lernen beginnen		Wypiłem kokę.
Het ijs Lernen beginnen		Lód
de koek Lernen beginnen		ciasto
de mug Lernen beginnen		komar
noot Lernen beginnen		orzech
de trein We nemen een trein. Lernen beginnen		pociąg Pojedziemy pociągiem.
de maand Mijn verjaardag is volgende maand. Lernen beginnen		miesiąc Moje urodziny są za miesiąc.
de week Een week geleden heb ik voor mijn examen geslaagd. Lernen beginnen		tydzień Tydzień temu zdałem egzamin.
Het meisje. Lernen beginnen		Dziewczyna.
de pot Lernen beginnen		słoik, naczynia
de riem Lernen beginnen		Pasek
de bom Er ontplofte een bom in het stadscentrum. Lernen beginnen		bomba W centrum miasta wybuchła bomba.
de neus Een vriend heeft mijn neus gebroken. Lernen beginnen		nos Kolega złamał mi nos.
de rug Lernen beginnen		z tyłu
de saus Lernen beginnen		sos
Het vliegtuig Het vliegtuig is met vertraging aangekomen. Lernen beginnen		Samolot Samolot przyleciał z opóźnieniem.
vies Het toilet is zeer vies. Lernen beginnen		brudny Toaleta jest bardzo brudna.
schoon De kamers zijn redelijk schoon. Lernen beginnen		czysty Pokoje są całkiem czyste.
de deur Kun je de deur openen? Lernen beginnen		drzwi Możesz otworzyć drzwi?
de film Straks begint de film. Lernen beginnen		film Zaraz zaczyna się film.
de kam Lernen beginnen		grzebień
de lift Lernen beginnen		winda
de post Lernen beginnen		poczta
rood Rozen zijn rood. Lernen beginnen		czerwony Róże są czerwone.
roode Lernen beginnen		czerwony
groen Het gras is groen. Lernen beginnen		zielony Trawa jest zielona.
bruin Lernen beginnen		brązowy
geel Het zand is geel. Lernen beginnen		żółty Piasek jest żółty.
zwart De koffie is zwart. Lernen beginnen		czarny Kawa jest czarna.
wit Wolken zijn wit. Lernen beginnen		biały Chmury są białe.
blauw De hemel is blauw. Lernen beginnen		niebieski Niebo jest niebieskie.
De mug zit op mijn neus. Lernen beginnen		Komar jest na moim nosie.
De pot is leeg. Lernen beginnen		słoik jest pusty.
Het meisje is lief. Lernen beginnen		Ta dziewczyna jest słodka.
De bom is gevaarlijk. Lernen beginnen		Bomba jest niebezpieczna.
Mijn rug doet pijn. Lernen beginnen		Bolą mnie plecy.
Deze saus is vies. Lernen beginnen		Ten sos jest brudny.
zit Lernen beginnen		siedzi
leeg Lernen beginnen		pusty
lief Lernen beginnen		słodki
gevaarlijk Lernen beginnen		niebezpieczny
De deur is op slot. Lernen beginnen		Drzwi są zamknięte na klucz.
De kam is in mijn tas. Lernen beginnen		Grzebień jest w mojej torbie.
De lift is kapot. Lernen beginnen		Winda jest zepsuta.
Ik heb deze week veel post. Lernen beginnen		Mam dużo poczty w tym tygodniu.
Ik heb wijn gedronken. Lernen beginnen		Piłem wino.
Ik eet ijs in het weekend. Lernen beginnen		Jem lody w weekend.
Ik drink wijn op vrijdag. Lernen beginnen		Piję wino w piątek.
Ik eet elke dag koek. Lernen beginnen		Jem ciastko każdego dnia.
Ik drink elke dag koffie Lernen beginnen		Piję kawę każdego dnia
I eet elke dag vlees. Lernen beginnen		Jem mięso każdego dnia.
Ik eet elke dag brood Lernen beginnen		Codziennie jem chleb
Ik eet Lernen beginnen		Jem
Ik drink Lernen beginnen		piję
elke dag Lernen beginnen		codziennie, każdego dnia
Ik werk deze week niet. Lernen beginnen		Nie pracuję w tym tygodniu.
Ik ga deze week naar Amsterdam Lernen beginnen		Jadę do Amsterdamu w tym tygodniu
Ik ga volgende week naar Polen Lernen beginnen		Jadę do Polski w przyszłym tygodniu
Ik ga naar Polen met de trein Lernen beginnen		Jadę pociągiem do Polski
ga Lernen beginnen		jadę, idę, mam zamiar
met Ik ben met m'n vrienden op reis gegaan. Lernen beginnen		z w holenderskim mówi się nie jadę do tylko jadę z Pojechałem w podróż z moimi przyjaciółmi.
Ik ga naar Amsterdam met de trein Lernen beginnen		Jadę do Amsterdamu pociągiem
Ik zie een trein Lernen beginnen		Widzę pociąg
Deze trein gaat naar Utrecht Lernen beginnen		Ten pociąg jedzie do Utrechtu
Dit is mijn trein Lernen beginnen		To mój pociąg
dit Lernen beginnen		to
deze Lernen beginnen		ten
die Lernen beginnen		tamten (dalej)

svet lekcja 2

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr