uitdrukkingen en koffiepraatjes

 0    93 Datenblatt    arturgrudkowski
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
mam zamiar wyjść
Lernen beginnen
Ik sta op een punt om weg te gaan
być odsyłanym od punktu do punktu
Lernen beginnen
Van het kastje naar de muur gestuurd worden
stracić wątek
Lernen beginnen
de draad kwijt
podjąć ważną decyzję
Lernen beginnen
De knop doorhakken
imprezować
Lernen beginnen
De bloemetjes buiten zetten
przejść do rzeczy
Lernen beginnen
Met de deur in huis vallen
o gustach sie nie dyskutuje
Lernen beginnen
Over smaak valt niet te twisten
nie moge sie doczekać
Lernen beginnen
Ik verheug me er nu al op
to ma związek z
Lernen beginnen
het heeft te maken met
racja
Lernen beginnen
zeg dat wel
nie móc przejść obojętnie
Lernen beginnen
gaat je in je kouwe kleren zitten
w miarę logiczne
Lernen beginnen
nogal wiedes
opowiadaj!
Lernen beginnen
vertel op
nie reagować natychmiast
lecz najpierw ocenic sytuacje
Lernen beginnen
liever de kat uit de boom kijken
i tak to jest
Lernen beginnen
zo is dat maar net
jeszcze raz spojrzeć
Lernen beginnen
het nog een paar keer aankijken
na talerzu
metaforycznie
Lernen beginnen
op m’n bordje
najlepiej wykorzystać sytuacje
Lernen beginnen
er wat van maken
zawsze mozesz do mnie przyjsc
Lernen beginnen
je kunt altijd bij mij terecht
i tym podobne
Lernen beginnen
en wat dies al niet meer zij
Możesz pozwolić, by ci się to przydarzyło.
Lernen beginnen
Die kun je over je heen laten komen
idzie za tym ryzyko
Lernen beginnen
Er kleven risico’s aan
zrobić kawke
Lernen beginnen
Een bakkie doen
potrzebuje kawy
Lernen beginnen
ik ben toe aan koffie
nic mi nie mów
Lernen beginnen
Anders ik wel
zaoszczędza biegania do kawiarki
Lernen beginnen
Scheelt weer een loopje naar de koffieautomat
dokładnie
Lernen beginnen
zo is dat
też racja
Lernen beginnen
is ook weer zo
ekstra dodatki
Lernen beginnen
toeters en bellen
kierować się zdrowym rozsądkiem
Lernen beginnen
je gezond verstand gebruiken
masz przewage
Lernen beginnen
Je hebt al de voorsprong
według mnie to w ogole nieprawda
Lernen beginnen
Volgens mij is deze stelling allerminst waar.
masz całkowitą rację
Lernen beginnen
je hebt volkomen gelijk
wymknąć się
Lernen beginnen
er tussenuit knijpen
nic szczególnego
Lernen beginnen
Het is niets om over naar huis te schrijven
nie dotrzymać obietnicy
Lernen beginnen
iemand aan het lijntje houden
zadziałać
Lernen beginnen
Aan de praat
wytrwałość popłaca
Lernen beginnen
De aanhouder wint
no nie wierzę
Lernen beginnen
krijg nou wat
nie zrobie tego/to nie dla mnie
Lernen beginnen
Mij niet gezien
cale to zamieszanie
Lernen beginnen
Deze heisa
cierpliwości!
Lernen beginnen
Stuk ongeduld
to nie dla mnie
Lernen beginnen
Daar ben ik niet van
test ostateczny
Lernen beginnen
De proef op de som
żartowniś
Lernen beginnen
Grapjas
a kto niby lubi?
Lernen beginnen
Van wie wel?
mogę pierwszy?
Lernen beginnen
Mag ik even voor?
działa
Lernen beginnen
Het doet
fuj
Lernen beginnen
Jakkes
czy masz coś jeszcze
Lernen beginnen
Heb je toch nog wat
kto się śpieszy
Lernen beginnen
Hardlopers zijn doodlopers
nie cierpieć czegoś
Lernen beginnen
Ergens een hekel aan heb
niech ci będzie
Lernen beginnen
Vooruit dan maar
jest dużo do zrobienia
Lernen beginnen
er is veel werk aan de winkel
dołożyć wszelkich starań
Lernen beginnen
alles in het werk stellen
najtrudniej zacząć
Lernen beginnen
een goed begin is het halve werk
syzyfowa praca
Lernen beginnen
dat is onbegonnen werk
wykonac brudna robotę
Lernen beginnen
het vuile werk opknappen
na pół gwizdka
Lernen beginnen
half werk leveren
na chybił trafił
Lernen beginnen
op goed geluk
nie ma tego złego, co by na dobre nie wyszło
Lernen beginnen
er is altijd een geluk bij een ongeluk
szczęście odwróciło się do niego plecami
Lernen beginnen
het geluk keerde hem de rug toe
szczęście się do niego uśmiecha
Lernen beginnen
het geluk lacht hem toe
Lernen beginnen
maar liefst
Nie wiem jak mam sobie z tym poradzić.
Lernen beginnen
Ik weet me geen raad.
Jak żyć?
Lernen beginnen
Hoe moet dat nou?
bardzo chory
Lernen beginnen
zo ziek als een hond
mieć dość
Lernen beginnen
ergens ziek van worden
bardzo się śmiać, posikać się ze śmiechu
Lernen beginnen
je ziek lachen
pokazać pazury
Lernen beginnen
je tanden laten zien
jeść bez apetytu
Lernen beginnen
met lange tanden eten
być dotkniętym zębem czasu
Lernen beginnen
aangetast worden door de tand des tijds
zacisnąć zęby, wytrzymać
Lernen beginnen
tanden op elkaar
bronić się przed czymś rękami i nogami
Lernen beginnen
zich met hand en tand verzetten
Poprostu idź dalej.
Lernen beginnen
Nog even doorzetten.
na dobrą sprawę
Lernen beginnen
voor hetzelfde geld
pieniądze są po to, by je wydawać
Lernen beginnen
geld moet rollen
bogaty zawsze na wierzchu
Lernen beginnen
het geld dat dom is, maakt recht wat krom is
na pieniądze trzeba ciężko pracować
Lernen beginnen
het geld groeit me niet op de rug
ulec wyobcowaniu
Lernen beginnen
vervreemd raken van
Czy pana zegarek dobrze chodzi?
Lernen beginnen
Loopt uw horloge gelijk?
Wasze auta są jednakowe.
Lernen beginnen
Jullie auto's zijn gelijk.
Zdecydować się na coś pewnego.
Lernen beginnen
Het zekere voor het onzekere nemen.
Bądź hojny z komplementami.
Lernen beginnen
Wees gul met complimenten.
Ciebie to nie dotyczy.
Lernen beginnen
Jij staat hier buiten.
Znam go na wylot.
Lernen beginnen
Ik ken hem van binnen en van buiten.
Ona była wściekła.
Lernen beginnen
Zij was buiten zichzelf van woede.
Pomóc komuś.
Lernen beginnen
Iemand een handje helpen.
Nie mogę cię już znieść!
Lernen beginnen
Ik kan je niet meer uitstaan!
Zmienić coś w swoim wyglądzie.
Lernen beginnen
Iets aan je uiterlijk veranderen.
Wybij to sobie z głowy.
Lernen beginnen
Je kunt het op je buik schrijven.
Tego możesz być pewien.
Lernen beginnen
Dat geef ik je op een briefje.
Kurs odbywa się co dziesięć dni.
Lernen beginnen
De cursus is om de tien dagen.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.