1. nieuwsgierig
Ik ben nieuwsgierig.
Buitenlanders maken me nieuwsgierig.
nieuwsgierig agje
Mijn nieuws is niet zeer belangrijk voor wie niet nieuwsgierig is.
Dat maakt nieuwsgierig.
Wat gebeurt er in de grot? Ik ben nieuwsgierig. "Ik heb geen idee."
Holländisch Wort "gespannt"(nieuwsgierig) tritt in Sätzen auf:
duits lernbox 1 kapitel 2