das Wörterbuch Deutsch Minus niederländisch
- 
glas Holländisch:
1. 
pot
De pot verwijt de ketel.
Bob vulde de pot met water.
Voor een pot uit klei is een ijzeren pot een gevaarlijke buur.
Er is geen pot zo scheef, of er past wel een deksel op.
Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.
andere Wörter beginnend mit "G(die Empfänger)
gierig Holländischgießen Holländisch
giftig Holländisch
glatt Holländisch
glauben Holländisch
glaubwürdig Holländisch
glas in anderen Wörterbüchern
glas in Arabischglas Tschechisch
glas Englisch
glas Spanisch
glas Französisch
glas Hindi
glas Indonesier
glas Italienisch
glas georgisch
glas Litauisch
glas Norwegisch
glas auf Polnisch
glas Portugiesisch
glas Rumänisch
glas Russisch
glas Slowakisch
glas Schwedisch
glas kreuzten Beinen
glas in Vietnamesisch
glas Chinesisch
