das Wörterbuch Deutsch Minus niederländisch

Deutsch - Nederlands, Vlaams

kompliziert Holländisch:

1. ingewikkeld ingewikkeld


Toen ik haar vroeg naar haar werk zei ze dat het te ingewikkeld was om daar kort iets over te kunnen zeggen.
Zijn leugen maakte de zaak ingewikkeld.
Wiskunde is als liefhebben - een eenvoudig idee, dat toch ingewikkeld kan worden.
Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.