1. slechts
Zij stelt slechts belang in vissen en kakkerlakken.
Hij heeft niets slechts gedaan.
Het kost slechts tien dollar!
Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.
De dood is slechts een horizon; en een horizon is niets anders dan de grens van ons gezichtsveld.
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
Verbaas u niet, verwonder u slechts.
Van alle natuurwetten erkennen veel mensen slechts de wet van de jungle.
Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.
De Europese Unie heeft 23 officiële talen die in theorie gelijke rechten hebben, maar in de praktijk slechts 3 werktalen: Engels, Frans en Duits.
Zoals altijd kon ik slechts hopen dat de politie me niet zou aanhouden.
In mijn geboortedorp wonen slechts tweeduizend mensen.
Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
Toen hij student was, ging hij slechts één keer naar de discotheek.
Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.