das Wörterbuch Deutsch Minus niederländisch

Deutsch - Nederlands, Vlaams

multiplizieren Holländisch:

1. vermenigvuldigen vermenigvuldigen


En trouwens, haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met 100, "u realiseert zich toch wel dat u maar 0,0033% zou verliezen, hè?"
De enige manier om op aarde het geluk te vermenigvuldigen is het te verdelen.