das Wörterbuch griechisch Minus niederländisch

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

αναμενόμενος Holländisch:

1. verwacht


Wie verwacht je?
Ik verwacht dat je stipt bent.
Dat iets heel anders dan wat ik verwacht had.
Ik vond het vraagstuk gemakkelijker dan ik had verwacht.
Wat nooit verwacht werd, komt soms plots.
Men verwacht dat in 2006 honderdvijftigduizend koppels in Shanghai zullen trouwen.
Hoe goed is het, als men iets aangenaams verwacht.
Het leven begint, wanneer je beslist wat je ervan verwacht.
Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.
Zij verwacht deze maand een baby.
Verwacht niet dat anderen voor jou denken.
Hoe verwacht je dat ik dit ga doen?
Ik versta perfect Italiaans pochte zij, terwijl ze een schotel uit het menu koos. Maar toen het eten opgediend werd, was het helemaal niet wat ze verwacht had.
Wanneer je een vraag stelt, verwacht je een antwoord.
Ik verwacht niet van u dat ge mij verstaat, maar alleen dat ge mij bemint om wat ik ben.