das Wörterbuch griechisch Minus niederländisch

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

απουσία Holländisch:

1. afwezigheid


Tijdens onze afwezigheid werd er uit ons huis gestolen.
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
Deze vissen zijn gewend aan hoge druk en aan de afwezigheid van licht.