das Wörterbuch griechisch Minus niederländisch

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

δομή Holländisch:

1. structuur structuur


Zelfs steenkool bewaart de structuur van de boom.
De hersenen hebben een ingewikkelde structuur.
Esperanto is niet enkel van naam maar ook van structuur een internationale taal.
Bovenop deze groei kwam er een wijziging in de structuur van de wereldeconomie.