das Wörterbuch griechisch Minus niederländisch

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

κάστρο Holländisch:

1. kasteel kasteel


Geef me de sleutel van dit kasteel!
Wanneer jullie naar Roemenië gaan, zullen jullie het Kasteel van Dracula bezoeken.
Mijn thuis is mijn kasteel.
Dit kasteel is mooi.