das Wörterbuch griechisch Minus niederländisch

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

χήρος Holländisch:

1. weduwnaar weduwnaar


Hij was weduwnaar, maar een jaar na de bruiloft van zijn zoon hield hij het niet meer uit en trouwde zelf ook.
Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.