das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

peel Holländisch:

1. schillen schillen


Ik moet een hele emmer appels schillen voor de jam.
Ik heb nog een appeltje te schillen met mijn buurjongen. Dat rotjoch schiet steeds papieren pijltjes door ons zolderraam naar binnen.

2. Pellen



3. schil


Als je bananen in de koelkast stopt, wordt de schil helemaal bruin.
Schil twee van de bananen.