das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

property Holländisch:

1. eigendom eigendom


We erkennen je recht op dit eigendom.
De eigendom is van mij.

Holländisch Wort "property"(eigendom) tritt in Sätzen auf:

Hoofdstuk 3&4 Nederlands-Engels

2. gebouw grond gebouw grond



Holländisch Wort "property"(gebouw grond) tritt in Sätzen auf:

4 mavo strange buildings 1

3. onroerend goed onroerend goed



Holländisch Wort "property"(onroerend goed) tritt in Sätzen auf:

17. About houses (1)

4. pand pand


Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.