1. leerling
Niet iedere leerling heeft een woordenboek.
Ben je een leerkracht of een leerling hier?
Geen enkele leerling was afwezig.
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.
Hij is met voorsprong de intelligentste leerling van de klas.
Holländisch Wort "pupil"(leerling) tritt in Sätzen auf:
niederlandzko-angielski słowa o szkole.2. pupil
Holländisch Wort "pupil"(pupil) tritt in Sätzen auf:
Hoofdstuk 5&6 Engels-Nederlands3. scholier
Die scholier is Amerikaanse.