1. kwartier
Kastanjes moeten minimaal een kwartier gekookt worden.
Wat is het probleem, als ik om het kwartier mijn elektronische post controleer?
2. kwart
Ik neem mijn avondmaal om zeven uur kwart.
3. wijk
Hoe heet de wijk waarin je woont?
Ik woon in deze wijk.
Ik hoop dat we naar een betere wijk zullen verhuizen.
In onze wijk is een grote bibliotheek.
Het theater in mijn wijk wordt omgebouwd.
Holländisch Wort "quarter"(wijk) tritt in Sätzen auf:
19. About houses (3)4. kwartaal