das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

shout Holländisch:

1. schreeuwen schreeuwen


Blijkbaar begon haar moeder te schreeuwen.
Ik hoorde iemand schreeuwen.

Holländisch Wort "shout"(schreeuwen) tritt in Sätzen auf:

engels woorden 6.1

2. schreeuw schreeuw


Ik liep over de drukke straat, en opeens hoorde ik een schelle schreeuw.
Schreeuw niet tegen me.
Een schreeuw doorbrak de stilte.

Holländisch Wort "shout"(schreeuw) tritt in Sätzen auf:

voca h5 nl-eng