1. team
Welk team zal winnen?
Ons team heeft verloren.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Ik ben blij dat jouw team de wedstrijd heeft gewonnen.
Welk team zal waarschijnlijk winnen?
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
Jouw team is beter dan het onze.
Ons team heeft gisteren gewonnen.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
De verliezers ontvingen ook een ‘prijs’. Ze werden namelijk verslagen door het winnende team.
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
Holländisch Wort "team"(team) tritt in Sätzen auf:
2000 Most Used Dutch Words (1/2)5.1 SPORT FOR ALL?2. het team
Holländisch Wort "team"(het team) tritt in Sätzen auf:
De populairste Engelse woorden 601 - 650Most common Dutch words 501 - 550