das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

to convince Holländisch:

1. overtuigen overtuigen


ik moet je overtuigen
Ik kon mijn vader ervan overtuigen dat ik een nieuwe fiets nodig had. Overtuig, overtuigt, overtuigen; overtuigde, overtuigden. Heb overtuigd
We probeerden hem te overtuigen.
Ik had tijd nodig om haar te overtuigen.
Het was niet makkelijk om hem te overtuigen.

Holländisch Wort "to convince"(overtuigen) tritt in Sätzen auf:

FU NL-EN 81-90